Ethiopië Injera

Injera 
Dit gerecht kwamen we overal in Ethiopië tegen, de injera wordt drie keer per dag gegeten met wisselende stoofpotjes. De injera wordt als lepel gebruikt: met de rechterhand scheur je een stukje af en daarmee pak je het vlees en de saus op. Een kliederboel is vaak het gevolg. Wij waagden ons er slechts een keer aan, daarna lieten we de deze klamme en zuur ruikende theedoeken maar voor wat ze waren…

Ingrediënten:
250 g gierst
50 g volkorenmeel
2 theelepels bakpoeder
zout

500 gram runderbieflappen, in blokjes van 2 bij 2 cm gesneden.
2 tomaten
3 groene pepers
1 ui
een takje rozemarijn
zout
peper
olie

Bereiding:
Week de gierst een nacht in ruim water op een warm plekje. Laat het uitlekken en maal het fijn. Voeg eventueel wat vers water toe zodat je een smeuige pasta krijgt. Laat die pasta nog eens 24 uur op een warme plek licht gisten. Roer de overige ingredienten door de pasta en voeg zoveel koud water toe totdat je een niet te dik beslag hebt. Verhit een grote koekepan en doe daarin voldoende beslag om de bodem te bedekken. Door even met de pan op en neer te bewegen kun je zorgen voor een egale verdeling. Zo gauw het vocht verdampt is verschijnen er kleine gaatjes in de injera. Laat het dan nog heel eventjes bakken. Injera wordt maar aan een kant gebakken en mag niet te bruin worden omdat het anders te hard wordt. Stapel de ′injera′s′ op elkaar en leg er een vochtige doek over om uitdrogen tegen te gaan. Drapeer de injera op een groot dienblad

Snijd de tomaat in 8 partjes. Haal de zaadjes uit de pepers en snijd ze in fijne snippers. Snipper de ui grof. Verhit de olie en voeg het vlees toe. Als het vlees aangebraden is, voeg je de ui toe. Als de ui zacht is voeg je de tomaten en rozemarijn toe. Laat nu het gerecht bijna droogbakken. Voeg dan de pepersnippers, zout en peper toe. Laat nog even pruttelen.