2021 Botswana eindelijk weer op reis

2021 eindelijk weer op reis…

Na een gekke periode waarin Covid-19 het leven grotendeels bepaalde besluiten wij het heft weer in eigen handen te nemen en voorzien van de nodige mondkapjes, zelftests en desinfectie flesjes te vertrekken naar ons geliefde continent: Afrika!
Wij vliegen overdag en het is mooi helder weer. Het vliegtuig vliegt op gelijke hoogt met bijzondere wolk formaties die de gekste vormen aannemen.

Routine

Aangezien wij inmiddels al 2 jaar niet geweest zijn duurt het iets langer dan normaal om in onze routine rondom de auto te komen. Waar is de theedoek gebleven? Of was die vorige keer tot poetslap verheven? Zonnebrandcrème blijkt nog meer dan voldoende aanwezig te zijn, dat hoeft volgende keer echt niet weer mee, goed noteren maar.
De autoparts die we meebrachten blijken wel goed bruikbaar, er was tenslotte ook al 2 jaar geen regulier onderhoud gedaan en ook dat moet af en toe gebeuren.

Meestal doet Raymond dit soort klussen voordat Wendy komt waardoor we samen direct op pad kunnen maar deze keer kan zij goed assisteren. Gelukkig krijgen we ook wat extra hulp van een mechanic uit het dorp. Ray maakt van de gelegenheid gebruik om alle onderdelen en gereedschap uit te zoeken en de vele bouten en moeren te sorteren. Vele kilo’s metaal reizen al jaren met ons mee wat de auto extra zwaar maakt. Het lijkt een goed moment om een groot deel van deze materialen te verdelen en achter te laten bij de werkplaats.

Het is heerlijk om weer in Zambia te zijn! Vanaf Kayube Estate kijken we uit over de Zambezi rivier waar we aan de overkant een natuurpark in Zimbabwe zien liggen. Dieren komen bij de rivier drinken en in de verte horen we de bekende geluiden van de jakhals, hippo’s en olifanten. Onderweg naar het dorp zien we zebra’s, marabu storks en bokjes.

Wij zijn duidelijk niet de enigen die al een tijd niet geweest zijn. In het dorp worden we hartelijk welkom geheten en krijg de auto – met de bijzondere gele nummerplaat – weer haar welverdiende aandacht. Ook de kaart achterop waar we onze lange reis op tekenden wordt vol aandacht bestudeerd. Het voelt als een warm welkom. Na het tanken blijkt de pinautomaat het niet te doen, en dat terwijl de tank net vol gegooid is! We overleggen met de tankbediende en hij laat ons vertrekken op weg naar de geldautomaat. Even lijkt het erop dat Wendy achter moet blijven als “borg” maar dan besluit de jongen dat dat toch niet hoeft. Waarschijnlijk rekent hij snel uit dat een extra vrouw hem meer kost dan het verliezen van een tank met diesel als Raymond besluit niet terug te komen :).

PCR test

We wandelen met een vriendelijke dame door het park. Her en der staan verschillende gebouwen met daartussen bomen die prachtig in bloei zijn. We bevinden ons in het ziekenhuis complex van Livingstone. De vrouw wijst ons de weg naar het omheinde gebouw waar grote borden met ‘danger’ erop hangen: het covid complex. Een aantal maanden geleden lag dit gebouw nog helemaal vol, gelukkig zijn er nu maar twee corona patiënten. Wij sluiten ons aan in de rij, in afwachting van een pcr test. Naast ons zit een stoer uitziende man, hij tikt regelmatig op zijn knie waarbij hij met zijn hoofd knikt alsof hij opgaat in niet hoorbare muziek. Van het stoere uiterlijk blijft weinig over als hij verteld dat hij
ontzettend zenuwachtig is voor de stok in zijn neus die wel tot zijn hersens lijkt door te prikken. We proberen hem wat gerust te stellen maar veel vertrouwen heeft hij er niet in. Terwijl wij wachten vindt er een grote verhuizing plaats: men sjouwt met kasten, een printer en bureaustoelen. Het lijkt erop dat het onderzoeksbureau nog ingericht moet worden. De dame die ons de test afneemt stoort zich er totaal niet aan, ze gaat stug door met het invullen van de vele formulieren en de stickers voor op ons buisje. Even wordt er voorzichtig in onze neus gepriegelt en dan mogen we vertrekken, morgen krijgen we de uitslag.

Voordat we terugrijden naar onze campsite kopen we nog wat groenten, fruit en eieren bij een klein stalletje. Onderweg worden we gestopt op de doorgaande weg, een grote groep olifanten besluit net over te steken en aangezien de dieren altijd voorrang hebben wachten wij geduldig. Terug op de campsite ruimen wij onze boodschappen in. Terwijl het vuurtje voor onze braai opstart horen we de hippo’s in de rivier grinniken.

De volgende ochtend vertrekken wij al bijtijds naar het healthcenter, we kregen tenslotte het advies om zo vroeg mogelijk te komen, het kan best zijn dat iedereen na de lunch alweer vertrokken is. Hier wordt ons geduld op de proef gesteld en zullen we rustig moeten wachten, we zijn niet de enigen die de uitslag komen halen. Hoewel de man achter de balie erg zijn best doet om het administratief allemaal op orde te houden wordt het hem niet gemakkelijk gemaakt, de sterke wind blijft voortdurend alle papieren van zijn bureau blazen, zijn kantoor is immers buiten. Om de beurt worden er ingewikkelde namen opgeroepen. Hoe anders zijn de namen van de locals dan wat wij in het westen gewend zijn. Gelukkig voor de man hoeft hij maar erg weinig westerse namen uit te spreken want Bleijenberg en Gieben zijn voor hem bijna niet te doen. Na 2 uur wachten horen wij onze voornamen en mogen wij ons formulier in ontvangst nemen. Hoewel wij allebei maar 1 voornaam hebben blijkt dat wij nog wat toevoegingen hebben gekregen: Wendy krijgt Maas en Sluis als middel namen (lees Maassluis= geboorteplaats). Ray krijgt er een geheimzinnige G. bij…Gelukkig blijken beide pcr testen negatief waarmee wij onze reis kunnen vervolgen naar Botswana.

Door naar Botswana

Voorheen moesten we – gezamenlijk met veel vrachtverkeer- via het ponton naar de overkant. Deze keer ligt er een spiksplinternieuwe brug voor ons. Halverwege de brug spotten we de eerste olifanten al aan de overkant: Botswana het land van de vele olifanten!

Bij een nieuwe brug als grensovergang hoort natuurlijk ook een nieuw kantoor en zelfs nieuw personeel. Bij de laatste controlepost blijkt dat ze nog nooit een carnet de passage voor de auto gezien hebben, veel overlanders zijn er duidelijk nog niet geweest de afgelopen periode. Maar als wij ze garanderen dat wij echt alle stempels gekregen hebben en we voor de verschillende posten betaalden mogen we door en wordt de auto goedgekeurd.

Wij overhandigen onze negatieve pcr test maar de regering van Botswana wil nog een extra corona test bij ons afnemen, veiligheid gaat voor alles. Onze handen worden gedesinfecteerd en op afstand wordt de temperatuur van ons arm gemeten. Dit zijn handelingen die de komende weken veelvuldig herhaald zullen worden, in Botswana blijkt men zich strikt aan de Covid regels te houden. Het desinfecteren van de handen is overal verplicht bij binnenkomst. We worden welkom geheten door vriendelijke gastvrouwen en gastheren die klaar staan met een spuit met ‘spul’. Iedere keer weer een verrassing wat het is, vaak veel plakkerig spul, dan smeren we ook maar wat op de benen… regelmatig hebben we het vermoeden dat het afwasmiddel of zeep is. Zand en stof plakken daar geweldig aan hebben we gemerkt! Ook de mondkapjes plicht wordt trouw nageleefd, net als de 1 meter afstand. (Hoewel dat laatste ook voor de Afrikaners een lastige opgave blijkt te zijn). Bij de stalletjes langs de weg worden nu geen souvenirs verkocht, er zijn tenslotte maar een handvol westerse toeristen, maar kan je kiezen uit een ruime collectie vrolijk gedecoreerde mondkapjes in allerlei kleuren.

Struinen door de wildparken

Al vroeg staan we voor de gate, de zon is nog maar net op en de poorten van Chobe NP gaan juist open. Al snel worden we verrast als we 5 leeuwinnen zien luieren op het veld. De komende dagen brengen we in het park door, wat is het heerlijk om hier weer te zijn en rond te speuren naar de dieren en te genieten van het landschap. De lente is hier net begonnen en de bomen en struiken kleuren langzaam groen. Ook zien we al wat gele, witte en paarse bloemen verschijnen. Vooral de olifanten hebben veel kleintjes bij zich maar ook mini kudu en een paar kleine zebra’s komen we tegen. Opvallend is dat we maar een paar giraffen tegenkomen terwijl dit meestal wel groepen zijn.

In de namiddag besluiten we met een boottocht over de Chobe Rivier mee te gaan. Wij zijn de enige Westerse toeristen, alle andere gasten blijken Botswanese locals te zijn. Ook zij vieren vakantie in eigen land ivm Corona, net als wij vorig jaar in Nederland deden. Het is voor hen echt een speciaal uitje, het lijkt wel een schoolreisje! Hoewel de meeste officials altijd erg lastig verstaanbaar voor ons zijn omdat ze zo zachtjes mompelen blijkt dat deze groep een aardig volume op kan zetten en vrolijk lacht en kakelt. De gids maant ze regelmatig tot stilte wat leidt tot grote hilariteit. Als we bij een moeder olifant met twee kleintjes komen verstommen de stemmen gelukkig wel waardoor de olifant zelf verzekerd wordt en vlak voor ons langs de rivier overzwemt. De kleintjes kunnen niet bij de grond en gaan helemaal koppie onder. Overigens worden niet alleen de tour boten vooral gebruikt voor de locals, ook de safari auto’s zitten vol, nooit eerder zagen wij zoveel lokale mensen in het park! De takken zwiepen op en neer, een grote groep baboons doet tikkertje in de boom. Een kleintje overschat zichzelf in zijn spring kunst en valt een paar takken omlaag maar grijpt dan snel een andere tak en speelt weer vrolijk verder. Het begint al goed warm te worden, tegen de 40C. De luipaard heeft een plekje onder de struiken gevonden waar het nog een beetje koeler is. Verscholen achter takken kunnen wij toch nog zijn mooie kop zien.

Het zachte zand wordt warm, wij surfen van rechts naar links over de paden. De gids voor ons blijkt iets minder ervaren, keer op keer graaft hij zichzelf in en veroorzaakt een grote zand stofwolk. Hij vraagt ons achteruit te gaan waardoor hij meer ruimte heeft om vaart te maken en uit het gat te komen. Behendig stuurt Ray onze Defender de zijkant in en passeert hij de gids om hem ruimte te geven. Na nog een aantal stofwolken zien we hem even later weer achter ons rijden: het is gelukt!

We genieten van de verschillende kleuren: wit, oranje, crème en rood zand wisselen elkaar af. Het gras varieert van geel, grijs tot groen. Plotseling zien we een enorme rookwolk opkomen. Gelukkig is het op ruime afstand maar het uiterste noorden van Botswana (of is het aan de overkant van de rivier in Namibië?) staat in brand! Als ’s avonds de zon ondergaat zien we de rode vuurgloed.

Wij zetten ons kamp op midden in het park, wat een fantastische plek! We horen de zebra’s even verderop, ze grazen gezellig samen met de Namibische koeien. Op de rivier peddelen een aantal vissers in hun Mokoro boten. De rivier vormt de grens tussen Botswana en Namibië en in tegenstelling tot de Botswaanse kant is het in Namibië geen natuurgebied dus aan die kant mogen ze vissen. Behendig zetten ze wat netten uit. Bij zonsondergang komt er een enorme groep olifanten badderen in de rivier, geweldig! Vlak nadat wij in onze daktent gekropen zijn ziet Ray nog twee honing dassen rond onze stoelen struinen, op zoek naar iets lekkers. Middenin de nacht horen we geknabbel aan het verse groene gras en zien we een stuk of 6 grote grijze lichamen rond scharrelen. Zijn het hippo’s? Of olifanten? Stilletjes kijken wij vanachter de gaas luiken in het licht van de maan. Dan zien we een lange slurf, we hebben olifanten bezoek net naast en rondom de auto!

Savuti en Kwai

Zes uur lang stuiteren en slingeren wij door het poeder zachte zand. We hoeven bijna niet te sturen, de auto trekt zichzelf door het diepe spoor. Wij houden de toerenteller en de watertemperatuur goed in de gaten. Binnen stijgt de temperatuur ruim boven de 40 C ondanks dat alle ramen open staan. Maar doordat we slechts ca 15 a 20 km/u rijden hebben we nauwelijks rijwind. Het is niet alleen een goede test voor de auto maar ook wij oefenen allebei het zand rijden, de afgelopen periode in Nederland was dat er niet van gekomen tenslotte.
Middenin de nacht worden we opgeschrikt door het gebrul van een leeuw, is hij zijn troep kwijt geraakt? Hij blijft brullen en ondanks dat wij genieten van dit fantastische geluid hebben wij toch met hem te doen. Zijn gebrul schalt over de Savuti vlaktes maar wordt niet beantwoord. Als wij op zoek gaan naar de leeuw treffen wij de man helaas niet aan maar wel een grote groep van 17 leeuwinnen met puber leeuwen. Ze luieren wat langs de waterpoel en houden de verschillende groepen olifanten goed in de gaten.

De olifanten badderen, spelen en drinken en trekken zich niet veel aan van de leeuwen, overdag zijn de olifanten de baas, ’s nachts is dat vaak andersom. Als een oudere leeuwin naar het water strompelt en zich moeizaam voorover buigt om iets te drinken zien we dat ze ernstig gewond aan de achterkant. Haar zware ademhaling verraad dat ze veel pijn heeft. Als we de groep de volgende dag weer opzoeken blijkt zij de enige overgebleven leeuwin te zijn, de groep is vertrokken. De blik in haar ogen vertelt ons dat het nog niet veel beter gaat. Helaas kunnen wij niets voor haar betekenen, wij kunnen haar alleen met rust laten.

We lunchen naast de enorme baobab, wat een bijzondere bomen zijn dit toch! Met haar ca 9 meter omtrek is het niet eens zo’n hele grote. De buitentemperatuur stijgt richting 43 C en omdat het vandaag vrij vochtig is voelt het behoorlijk warm.De gnoe huppelt met grote sprongen over het veld wat gevuld is met een grote variëteit aan dieren: kudu, antelopes, topi, zebra’s, wrattenzwijnen en verschillende soorten vogels. Wij bereiken de Quarry Hill en volgen de track wat leidt naar een pad vol rotsen en keien. Heel langzaam maar behendig klautert de Defender omhoog, voorzichtig zoekend naar de volgende kei. We worden flink door elkaar geschud maar genieten van het uitzicht wat steeds beter zichtbaar wordt naarmate we hoger komen.

De hoge begroeiing vertelt ons dat er al lange tijd geen bezoekers meer zijn geweest op deze hoogte. Wij speuren (helaas tevergeefs) naar een luipaard, deze dieren houden vaak van een rotsachtige omgeving. Verderop ligt weer een stuiter pad, deze keer veroorzaakt door opgedroogd modder in het moerasgebied. Wij struinen verder door dit prachtige natuurgebied waarbij we afgezien van op de campsite helemaal niemand tegenkomen en genieten van de rust, ruimte en de dieren, elementen waar wij in Nederland zo naar verlangden. Met een temperatuur van net boven de 30 C voelt het heerlijk aan.

We vertrekken verder naar het zuiden en als we in de buurt van Kwai komen ruiken we een sterke brandlucht en even later rijden we vlak langs de vlammen: rechts en links staat het bos in brand, gescheiden door de gravelroad. Vlak voor ons wil een schildpad oversteken, hij loopt zo snel als zijn kleine pootjes hem kunnen dragen. Omdat het vuur ook aan die kant dichterbij komt besluiten we het dier een lift te geven. In het begin spartelt hij driftig terwijl Wendy hem vasthoudt maar dan wordt hij rustiger en kijkt nieuwsgierig rond in de auto. Een paar kilometer verderop vinden we een mooi groen stuk grond dichtbij een poel en hier laten wij het dier weer vrij. Hopelijk blijft hij gered van het vuur!

Feest in het wildpark

Hoewel er veel gebieden heel droog bij liggen en de waterholes in droge kleigrond verandert zijn treffen we gelukkig ook plekken aan waar nog wel water te vinden is waar de dieren dankbaar gebruik van maken. Voor ons ligt een uitmonding van de rivier, er zit niets anders op dan een rivier doorwading om onze route naar de volgende camping te vervolgen. Altijd weer spannend! We kijken goed of er geen krokodillen of hippo’s in dit stukje water liggen en bepalen dan de exacte route met de kortste oversteek. Voorzichtig rijden we het water in om even later weer op droge grond aan te komen.

Dan wordt het tijd om onze kleding uit te spoelen, werkelijk alles zit onder het stof en voelt stijf aan. Op de Xakanxa campsite hangen wij net onze spulletjes op als er twee Afrikaanse buffels aan komen struinen. Hoewel dit een van de gevaarlijkste dieren van Afrika zijn doen ze ons ook sterk aan koeien denken. Wij houden de dieren nauwlettend in de gaten maar deze grote buffels zijn helemaal niet op ruzie uit. Sterker nog: ze komen gezellig rondom ons waslijntje scharrelen en ‘ s avonds liggen er zelfs zes grote gevaarlijke dieren gemoedelijk naast ons kampvuurtje te slapen. Verderop liggen de 6 wilde honden, zij houden de buffels goed in de gaten. Echt gerust zijn zij er niet op en maken zich zo klein mogelijk in het riet om niet op te vallen.
Wij verkennen het zuidelijk deel van Moremi NP en passeren daarbij de Paradijspoel, een hele terechte naam voor een fantastisch gebied. De reflectie van de bokkies schittert in de poel terwijl de zon haar stralen tussen de bomen door laat schijnen en het groen van de jonge blaadjes oplicht. De gele bloemetjes twinkelen als kleine sterretjes in de struiken. Een sprookjesachtig tafereel.

En dan is het feest: de kilometerteller van onze auto tikt 180.000 km aan, dat betekent dat wij inmiddels 140.000 km op onze “reis teller” hebben staan sinds de start van onze reis in 2013! Wij proosten met een typisch Afrikaans drankje, Stoney, een alcoholvrije gember frisdrank, en besluiten er nog vele reiskilometers aan toe te zullen voegen; wat genieten wij van deze trips! Een klein paadje verandert in een avontuur door de bush, slingerend tussen takken en struiken door. Stuiterend door droge poels en glijdend door zacht en diep zand. Het is duidelijk dat hier al lange tijd niemand hier meer geweest is. Soms zijn de sporen moeilijk te vinden maar even verderop vinden wij ze weer terug. De lucht is heiig en het fijne opstuivende zand vertroebelt het zicht. Het gras zit vol pollen die rond dwarrelen als wij langsrijden en via de openstaande ramen ook ons auto interieur versieren. Via een brede zandweg verlaten wij het natuurgebied op weg naar de bewoonde wereld waar wij weer inkopen kunnen doen en tanken, daar zijn we na ruim een week in de bush wel weer aan toe.

Bewoonde wereld

Met een trekhaak aan de voorkant van de auto wordt de boottrailer behendig vooruit geduwd door het kronkelige bospad. Nooit eerder zaten wij in een land-boot! Dan rijdt de trailer het water in, onze vriend Jimmy stuurt de Toyota een heel stuk door het riet, het water bereikt de motorkap. Dan trekt hij de trailer onder de boot vandaan en voelen we de deining van het water. Omdat het water in de Boro rivier extreem laag staat is het best lastig om een goede route te vinden. Regelmatig raakt de schroef de bodem en raakt ze verstrikt in de vele waterplanten. Ray klimt achterop de boot en plukt de planten uit de schroef. Dan kunnen we weer een stukje verder. We genieten enorm van deze trip, het landschap ziet er fantastisch uit. Koeien en ezels staan tot hun enkels in het water om aan de lekkerste rietstengels te kunnen knabbelen. Talloze vogels vliegen over en we passeren traditionele mokoro boten.

Even later brandt het vuurtje voor de braai, het vlees en de braai broodjes worden met veel zorg bereid en gegaard. Wij leren een nieuwe methode om het vlees te bereiden. Ipv het rooster vlak boven het vuur te plaatsen zet Jimmy het schuin om langzaam te laten garen. Terwijl wij lekker met elkaar “geselsen” vliegen de vogels af en aan om van de fruitschaal en zaden bak te snoepen. Wij zijn niet de enigen die genieten van de gastvrijheid van Jimmy en Karien. Heerlijk om deze vrienden na zoveel jaren weer te zien en wat tijd met elkaar te hebben.

We rijden verder naar het oosten. Zoals gebruikelijk in Botswana moeten we goed uitkijken voor onze medeweggebruikers: koeien en geiten wandelen over de weg en ezels huppelen er achteraan. Omdat de voorpoten van de ezels heel strak met een touwtje aan elkaar geknoopt zijn maken ze bij iedere stap een sprongetje dus het duurt wel even voordat ze overgestoken of aan de kant zijn. Even later komen we bij de rivier, een grote groep koeien ligt lekker te zonnebaden. Hier houdt onze weg op, het water is te diep voor een doorwading. We doen navraag bij het dorp en even later komen er een paar mannen onze kant op die het pontje zullen bedienen. De ranger auto mag er eerst op rijden en hoewel het maar een klein pontje leek passen er gelukkig net twee auto’s achter elkaar op. Alle mannen nemen langs het touw plaats en beginnen in een vast ritme te trekken. Gestaag naderen wij de overkant, de entree van Makgadikgadi NP.

Gespook bij volle maan

Aan de overkant van de rivier zien we enorme groepen zebra’s en olifanten genieten van de witte strandjes en het verkoelende water. Eerder zagen wij koeien en ezels tot hun knieën in de Boro rivier, hier doen de zebra’s en gnoes hetzelfde. We volgen de track door diep zand langs het water terwijl we genieten van het prachtige uitzicht. Heuvel op wordt het een uitdaging, de voorkant graaft zichzelf in maar nadat we een zand bruggetje hebben gemaakt krijgen de banden weer grip en kruipen we langzaam omhoog waar de hoofdweg op ons wacht. Tientallen zebra’s kijken vol verbazing toe en springen opzij als wij in de buurt komen.

We vervolgen de hoofdweg dieper het park in, ons camp ligt vanavond ver afgelegen. De zon werpt haar stralen over het gras wat een gouden glans krijgt. In combinatie met de paarse en groene kleuren van het struikgewas ontstaat de sfeer van een enorm heideveld. Het zachte zand gaat over in een wasbord oppervlakte, wij stuiteren nu door het landschap. Het maakt echt niet uit of wij nu 15 km/u of 40 km/u per uur rijden, alle snelheden leiden tot een enorm gestuiter en het nodige gerammel aan zowel ons als de auto. Dat dit niet comfortabel aanvoelt en het een hele uitdaging vormt is wel heel zacht uitgedrukt… Toch moeten we nog volhouden, de campsite ligt ruim 50 km verderop wat ons nog 2,5 uur kost.
Alle ontberingen worden beloond, wat een fantastische plek hebben we hier! Een uitzicht over de vlaktes tot haast in de oneindigheid. Het is doodstil, alleen het geknisper van ons kampvuur is te horen. In het oosten komt een volle rode maan op, in het zuid-westen zien we een prachtig schouwspel van bliksemschichten. Dan komt de wind op en wordt de sterrenhemel bedekt met donkere wolken. Af en toe horen we nu ook de donder. De lichtflitsen worden frequenter en de wind heviger. Snel zetten wij de tent op en aanschouwen de weersverandering vanuit ons bed. Ook de regen heeft ons nu bereikt, de volle maan zorgt voor een spookachtige nacht! Rond 03:00 uur besluiten we de tent in te klappen, wij zijn tenslotte het hoogste punt in de verre omtrek en de wind jaagt om de tent. Zodra de zon opkomt rond 5.30 uur gaat de wind liggen en brengen wij nog een paar uur in onze tent door om de verloren slaap uurtjes in te halen.
Vanuit de verte kijken een aantal gnoes ons aan maar zetten het op een rennen als wij dichterbij komen. Er zijn hier opvallend weinig dieren, zelfs maar weinig vogels. Aan vliegen is echter totaal geen gebrek. Wel zien we nog een jakhals en horen we leeuw brullen op grote afstand. Terwijl de zon als een grote rode vuurbal ondergaat in het westen komt tegelijkertijd in het oosten de rode maan op, wat een prachtig beeld! Deze nacht blijft het gelukkig rustig en staren wij naar de heldere sterrenhemel.
De 2 wratten zwijnen doen ons uitgeleide uit het park, met ca 12 km/u per uur rennen ze voor ons uit, tot de volgende keer!

Genieten op de zoutpannen

Ray sluit vriendschap met een vogel familie, door ons liefkozend ‘de boefjes’ genoemd. Op gezette tijden komen ze voor een snackje en eten uit Ray’s hand. Ook twee hornbills komen graag even buurten en bestuderen de auto door de voorruit vanaf de ruitenwissers en maken kennis met hun soortgenoten in de zijspiegels. Deze nieuwe vrienden zeggen echter weinig terug, zelfs als onze hornbills tegen de spiegel kwetteren en met hun snavel tegen het glas pikken. Grappige beesten!

Het wordt wel even spoorzoeken welk takken pad we het beste kunnen nemen, zigzaggend tussen de koeien en ezels door die ons glazig aankijken. Het ene pad is diep zand en wijkt uit naar rechts terwijl het andere pad vlak langs bosjes met gemene stekeltakken uitwijkt naar links terwijl wij echt rechtdoor, pal naar het zuiden willen. Even later komen de paden weer bij elkaar. Bij de volgende kruising gokken we weer, deze lijkt echter meer de track van een ezelkar te zijn maar ja. Dan wordt het landschap uitgestrekt, gele graspollen voeren de boventoon met in het midden een helder wit spoor wat wij volgen. We vinden olifantenpoep maar nergens treffen we de grote grijze dieren aan. Wel zien we een karkas van een nijlpaard, deze is wel erg ver van een waterplek verwijderd, vermoedelijk de reden dat hij hier gestorven is. Even later rijzen helder groene bomen op, een kleur die wij al even niet meer gezien hadden. In combinatie met het groene gras lijkt het wel een stadspark.

Zodra wij de dijk overrijden ligt er een uitgestrekte witte vlakte voor ons, we bereiken de saltpans. Wat is het hier fantastisch! Aan de horizon zien we de spiegeling van de lucht op de zoutplaat wat een surrealistisch beeld geeft alsof de aarde hier zweeft. Ondanks de brandende zon besluiten wij hier ons kamp op te zetten, de luifel biedt ons een beetje schaduw. Behalve een paar struisvogels die stampend in een grote cirkel om ons heen lopen is er niemand te bekennen en genieten wij met volle teugen van de stralende zon, de helder blauwe lucht, de uitgestrekte witte vlakte en het zachte briesje wat ons verkoeling geeft. Deze Makgadikgadi-, Ntwetwe- en Sua Pan behoren tot de grootste zoutvlaktes ter wereld. Zij bedekken meer dan 16.000 vierkante kilometer. De zoutvlaktes zijn ontstaan nadat het Makgadikgadi Meer ongeveer 10.000 jaar geleden is opgedroogd.

De zon gaat onder, de schaduw versterkt de structuur schakeringen in het zout. In de verte horen wij een leeuw brullen. De sterrenhemel opent zich boven ons en hoe langer we kijken hoe meer sterren zich vertonen. De luchtvochtigheid stijgt waardoor er een sterke stuc lucht ontstaat alsof de gehele pan vannacht voorzien wordt van een nieuwe stuclaag. Door het fijne stof zijn de krassen van de ‘heksenbossen’ extra goed te zien, ze worden opgevuld door de witte poeder. Verderop ontmoeten de donkere en lichte zoutpannen elkaar. In combinatie met de helderblauwe hemel ontstaat een prachtig kleurenspel. Terwijl we op de zoutplaat rijden is het belangrijk om goede feeling met de ondergrond te houden, is het overal stevig genoeg? Wij rijden over een droge zoutkorst maar daaronder ligt een modderlaag waar we vooral niet in willen zakken. We volgen de tracks waar het zout door onze voorgangers als is platgereden tot een stabiele ondergrond.

Reden we eerder over de witte en zwarte pannen, nu is de ondergrond smaragdgroen van kleur, het zout schittert in de zon. Aan de horizon verschijnt een ruige rotspartij waar oude baobab bomen fier bovenuit steken. We bereiken het ruige gebied van Lekubu Island. We maken een tour rondom het eiland en vervolgen onze route over de pan. De temperatuur begint te stijgen, het is inmiddels al ruim boven 40 C. De warme wind brengt wel iets verkoeling maar er is nergens schaduw. We zetten de luifel op en schuiven vervolgens ieder half uur een stukje op om aan de heftigste zonnestralen te ontkomen die onder de luifel door komen. De volgende ochtend worden we gewekt door een gekwetter en gefladder. Een kleine vogel stijgt recht omhoog vanuit het graspolletje door flink met zijn vleugels te klapperen. Op grote hoogte bolt hij zijn vleugels tot aan parachute en zakt dan weer naar beneden maar niet nadat hij de omgeving nauwlettend heeft bestudeerd. Dan schiet zijn vogelvriend recht omhoog om kort daarna ook in een parachute te veranderen, heel fascinerend!

Onbewoond eiland

Na een aantal dagen alleen maar offroad rijden komen we nu weer op de snelweg en kan het tempo van ca 20 km/u opgevoerd worden naar plaatselijk 120 km/u. Het betekent ook dat wij onze mondkapjes weer op moeten zetten, er staat een grote boete op het verzuim tenslotte. Vanwege de warmte dragen wij ze als kin-luier en bij elke verdachte stilstaande auto wat politiecontrole zou kunnen zijn trekken we ze snel op. De snelweg is maar van korte duur, via een klein dorpje gaan wij het volgende afgelegen gebied in. Een opvallend groene omgeving voert ons naar een volgende verrassing aan de Sua Pan.

Hoewel wij onszelf een lekker verfrissende douche hadden beloofd na een aantal dagen en nachten op de stoffige zoutvlakte kunnen wij de verleiding niet weerstaan als we het onbewoonde Kokunje eiland ontdekken met uitzicht over de Sua Pan. We wandelen over het eiland met indrukwekkende brons/ aubergine bomen en zoeken beschutting onder de Baobab boom. Vliegen houden ons gezelschap en af en toe raast er een witte wervelstorm over de zoutvlakte. Als de zon zakt lijkt de zoutpan te verkleuren naar donkerblauw – grijs waardoor een fata morgana van de zee ontstaat.

Zagen we de afgelopen dagen vooral een droge zoutvlakte in allerlei kleurschakeringen nu staan we aan de rand van wat een groot meer lijkt: een volgelopen zoutvlakte. Het meer ligt in het beschermde natuurgebied van de bird sanctuary. Helaas zijn er niet veel vogels aanwezig in deze periode, het is simpelweg te nat. In februari schijnt het hier vol te staan met roze flamingo’s. Wij genieten van een mooie zonsondergang met gnoes op de achtergrond.

Diverse eet ervaringen

Na bijna een week op de zoutpannen gunnen wij onszelf een warme douche en een zwembad om het zout van ons lichaam af te spoelen. Na het zwembad zijn wij echter nog witter uitgeslagen dan voorheen door de hoeveelheid chloor.
Ook gaan we lekker uit eten. Wendy bestelt een verfrissende cocktail met komkommer maar helaas kunnen ze die niet maken, er is geen komkommer aanwezig. Terwijl ze even later geniet van de gembercocktail variatie wordt de Griekse salade geserveerd. Rijkelijk gevuld met olijven, feta en….. komkommer! Hoe kan dat nou? In tegenstelling tot de bar hebben ze in de keuken blijkbaar wel komkommer. Het zal wel een administratieve of logistieke reden hebben dat het zo gaat maar echt logisch komt het ons niet over, beide locaties liggen tenslotte vlak naast elkaar. Hoewel er in Afrika vaak in oplossingen gedacht wordt als ze iets niet hebben, – denk aan een kapotte felgekleurde plastic stoel die in de boom gehangen wordt als signing voor de ingang van het pad naar de kraal waar ze wonen ipv een bord – lukt het op andere momenten helemaal niet om alternatieven te verzinnen. Ach, wij maken ons er maar niet te druk om en genieten van het heerlijke etentje bij kaarslicht onder de sterrenhemel.

Vlak voordat wij de tent in willen kruipen horen wij geritsel en kijken op. Twee grote ogen van een klein beestje staren ons aan. Dan springt hij opzij om ons vanaf een andere tak beter te kunnen bestuderen. Als hij ons genoeg vertrouwd springt de bushbaby op de grond en knabbelt snel aan het brood waar het hem allemaal om te doen was. Nauwkeurig houdt hij de omgeving in de gaten, bij ieder klein geluidje kijkt hij verschrikt op en schiet weer de boom in. Van daaruit maakt hij piep geluidjes en even later begrijpen we zijn roep, er komen nog meer bushbabies onze kant op: heel bijzonder! Gaaf om te ervaren dat ze ons volledig vertrouwen. Zelfs als wij onze stoelen erbij pakken om deze diertjes goed te kunnen bekijken storen ze zich hier niet aan terwijl het van nature schrikachtige nachtdieren zijn. Als Wendy’s maag begint te knorren kijken ze wel even verschrikt op maar knabbelen dan om de beurt verder aan het droge brood. Het gekraakt van het brood- wat meer beschuit lijkt- laat ze bij iedere hap weer schrikken. Fascinerend te zien hoe deze beesten springen. Ze lijken een beetje op een kleine kangoeroe en als een springveer die losgelaten wordt springen ze van rechts naar links, boven en beneden. Het is voor ons niet te voorspellen welke kant ze opschieten. Nadat ze allemaal voldoende geknaagd hebben springen ze een paar bomen verder en vervolgen hun pad. Wij kruipen in ons tentje.

Terwijl wij staren over wederom een fantastische Afrikaanse vlakte komt er haast geruisloos een grote groep olifanten aan. Wij horen ze pas als ze met z’n allen van blijdschap in het water gaan stampen en grote slokken water opslurpen. Af en toe wat gemopper tegen elkaar als ze elkaar in de weg staan. Verderop ligt een heerlijke modderpoel, ook daar valt veel plezier te beleven voor ze. De olifanten komen er mooi donkergrijs uit en besproeien zichzelf dan met een lekkere laag zand wat als zonnebrand functioneert. Het blijft niet bij deze groep, af en aan komen er families naar de poel, wij schatten dat we er deze middag zeker wel 150 zien. Tussen de grote dieren spotten we een baby olifant, deze zal ongeveer 1 week oud zijn! Het ukkie blijft dichtbij mama en verstopt zich graag onder haar buik. Als ook de baby ook het water in wil stimuleert de moeder hem door zachtjes met haar slurf tegen zijn billen te duwen. Als dit niet voldoende is pakt ze hem met haar slurf bij de buik op en tilt hem zo het water in. De kleine zakt tot halverwege zijn buik in de poel, mama heeft slechts natte enkels. Als ze genoeg gebadderd en gedronken hebben vertrekt de moeder met haar kind weer richting het bos, wat een mooie ervaring!

Als het inmiddels donker is horen we opeens een hoop tumult op de camping. Er blijkt een jonge bul de campsite opgelopen te zijn – deze is slechts 15 meter verwijderd van de waterhole en zonder omheining. Deze olifant doet zich uitgebreid tegoed aan de groene bloeiende planten waar de camping eigenaresse juist zo trots op was. In deze zanderige omgeving is het niet eenvoudig om bloeiende planten te laten overleven. Het is dus niet haar bedoeling dat deze jongeman zich tegoed doet aan deze struiken! Verwoed begint ze op potten en pannen te slaan om hem te verjagen maar hij trekt zich er weinig van aan. Als ze met een steentje op zijn billen gooit vindt hij het niet grappig en komt dreigend met klappende oren op haar af. Snel duikt ze de receptie in waarop de olifant onze kant op wandelt. We kijken snel om ons heen: waar kunnen we naartoe vluchten als dat nodig blijkt? Dan horen we met veel bombarie een auto aankomen, de eigenaresse laat zich niet kennen en is in de auto gesprongen. Toeterend, met veel gas en kloppend op het dak probeert ze het dier te verjagen. Hij kijkt geamuseerd toe en lijkt totaal niet onder de indruk. Dit alles speelt zich vlak voor onze neus af. Dan draait de olifant zich om en wandelt de campsite weer af op zoek naar zijn familie die waarschijnlijk al lang vertrokken is zonder deze ondeugende puber. Op zijn gemakje verdwijnt hij in het donker van de nacht. Voor ons betekent het een indrukwekkende olifanten ervaring aan het einde van deze fantastische reis!

Checks voor de terugreis

Terug naar Nederland betekende een nieuwe PCR test. Bij de weegbrug sluiten wij aan bij de truckers. We zien nergens aanwijzingen voor een testlocatie maar wel een dame ingepakt in het plastic: lang schort, plastic handschoenen, ingepakte schoenen en haarnetje en uiteraard een mondkapje, zal dit de medische post zijn? Het blijkt dat we eerst naar de grens met Zimbabwe moeten om daar te betalen. Het is even zoeken bij de vele loketten maar dan vinden we de juiste dame die geduldig onze gegevens invoert ondanks het gebrekkige internet. Voorzien van een factuur mogen we weer terug naar de eerste post. Voordat we het weten hebben we een stok achterin onze neus en keel en heeft de man zich tussendoor ook nog snel verkleed in een verse set plastic kledij: hygiëne staat voorop. Als we de volgende ochtend terugkomen krijgen we een negatief document toegeschoven, we mogen weer de grenzen over.

Ook de auto moet een controle ondergaan, deze keer wil Interpol de gegevens van het Carnet de passage goed controleren met de nummers van de auto en dit gaat verder dan de nummers op de kentekenplaat. De officier loopt wat om de voorkant van de auto heen maar heeft geen idee waar het te vinden is. Ray toont hem het nummer achter de voorruit en wijst aan waar het ongeveer onderaan de motor staat. In tegenstelling tot de officier in Egypte in 2013 heeft deze man geen zin om helemaal in de motorkap te kruipen dus na een korte blik bij het wiel gelooft hij het verder wel. Wij lopen onze ronde verder af totdat we de nodige pula’s, kwatcha’s en dollars betaald hebben voor de verschillende stempels en papieren.

Inmiddels is onze reis weer ten einde en kijken wij met veel plezier terug op deze fantastische reismaand. Wat hebben wij weer veel beleefd maar ook veel rust en ruimte ervaren. Ons ‘reismandje’ is weer goed gevuld, met ervaringen maar ook met meer reis verlangens…