3 – 4 Augustus 2014
We klommen hoger de bergen in over zwarte lava rotsen, sommigen bedekt met gele graspollen. Vicuna’s en Vizcacha’s, een soort konijntjes met een lange krulstaart waren op zoek naar voedsel. De rokende vulkaan zag er indrukwekkend uit, een grote rookwolk steeg op terwijl het gele zwavel naar beneden droop. De witte maansikkel tekende zich sterk af tegen de blauwe hemel. Hoewel hij er vrij helder uitzag stonk de rivier enorm en het water steeg tot aan de deuren bij het doorwaden. De onderkant van de auto werd voorzien van sierlijke maar o zo stinkende waterplant versieringen, de assen kregen een behaard uiterlijk.
El Tatio geysers
Een Zorro Culpeo vosje kwam voorzichtig naar ons toe en keek zo lief mogelijk in de hoop dat er een lekker hapje toegeworpen werd. Het bubbelende water van de El Tatio geysers spoot als een fontein omhoog, witte koppen maakten het effect compleet. Warme dampen dansten als een soort spoken vanuit de geysers omhoog om vervolgens door de wind meegenomen te worden en in het niets te verdwijnen. De omgeving van de geysers werd gevormd door donkere lava rotsen maar ook witte bergtoppen verschenen aan de horizon. Iedere geyser had een heel eigen karakter, de ene ingetogen en wat borrelend terwijl de andere met veel kracht en bombarie van zich liet horen. De rechter ontspoot uit een donkere rots met witte randen rondom de krater terwijl de linker geyser verrijkt was met helder gele en oranje tinten. Een sterke zwavelhoudende, enigszins giftig gas steeg diep uit de aarde op.
De geysers werden gevormd door het contact van het koude grondwater in combinatie met hete stenen. De rotsen werden verwarmd door de dieper gelegen lagen vulkanische magma. Het opgewarmde water bouwde een enorme kracht op en perste zich door de gleuven en groeven van de aardkorst omhoog en ontwikkelde een temperatuur van 85C. Een combinatie van het hete water en de koude buitenlucht veroorzaakte enorme stoom pluimen. Kleine stroompjes vormden vanaf het geyser gebied een grotere rivier om zich daarna over het land te verspreiden. Vanaf de hete geyser stroomde het riviertje de rots af. Daar waar het hete water de ijsplaat tegenkwam ontstond een botsing. Het water koelde af en het ijs smolt een beetje aan de rand.
Met slechts 40C watertemperatuur was het heerlijk toeven in de hotspring. Voorzichtig zwommen we iets dichterbij de bron van 85C en warmden zo onze lichamen een beetje op. Vanuit de bodem borrelde de warmte op, even staken wij onze koude tenen in een holletje van het warme zand. De zon scheen heerlijk op ons gezicht, een frisse wind deed de buitentemperatuur niet boven de 12C komen. De hete waterbron functioneerde prima als kookstelletje: het water in ons zwarte pannetje werd al snel opgewarmd.
Een ijskoude nacht compleet ingepakt in wintersport-outfit en met weinig nachtrust op het kampeerterrein van El Tatio volgde. Het vooruitzicht op de spectaculaire uitbarstingen van de geysers in de vroege uurtjes deed ons besluiten de nacht in de bergen op een hoogte van 4300mtr door te brengen. Dat heftige koude niet ons ding is bleek wel weer eens. De tent schitterde van de ijsparels aan de binnenkant, alles wat maar kon bevriezen was bevroren. Met gevoelloze vingers en bibberende benen pakten wij om 5:30 uur de tent in, buiten was het nog aardedonker. Inmiddels stroomde de parkeerplaats vol met toerbussen vol nieuwsgierige bezoekers. Net als wij had de auto veel last van een ochtendhumeur, veroorzaakt door de koude. Met een temperatuur van bijna -15C was ook de vloeistof in de motor bevroren. Luid mopperend gaf hij uiteindelijk toe en besloot te starten hoewel dat zeker niet van harte ging.
In de verte zagen wij de rookpluimen opstijgen, de vrieskoude buitenlucht vormde een groot contrast met de warme bron die diep uit de aarde opsteeg. Dichterbij zagen we hoe hoog de gaswolken opstegen, sommigen bereikten hoogtes tot wel 10 meter. Het bubbelende water hield zich wat rustiger deze ochtend. Langzaam kwam de zon boven de bergen uit en wierp een oranje gloed over het landschap. Waar we de vorige dag nog snel stromende riviertjes hadden gezien van 85C lagen nu dikke ijsplakken, het water was tijdelijk tot stilstand gebracht. Onder het ijs zagen we echter bewegende luchtbellen, het water probeerde zich een weg door de koude bovenlaag te banen. Een ander groot verschil met de vorige middag was dat we toen met z’n tweetjes konden genieten van het natuurschoon, deze ochtend deelden we het landschap met honderden andere mensen. Van de rust en de serene sfeer was helaas niet veel meer over.
Verder naar het noorden
Grotendeels door ruig niemandsland, de weg was niet veel breder dan de auto. Rechts van ons een imposante bergwand met een flink aantal grote rotsblokken waarvan een aantal op wel erg scherp leken te staan. Links een steile en diepe afgrond, voorzien van talloze rotsblokken die de hoger gelegen bergwand inmiddels hadden verlaten. Hopelijk zouden we geen grote keien op de weg tegenkomen, van omkeren was hier absoluut geen sprake en achteruit terug was ook geen aantrekkelijke optie. Even kregen we het gevoel inmiddels op de beroemde ‘death-road’ terecht te zijn gekomen maar die ligt in Bolivia en wij reden toch echt door het noorden van Chili.
Met een vrij hoge snelheid en veel geluid stroomde de rivier over de weg, ander verkeer totaal negerend. Bij de oversteek voelden we de auto iets opzij trekken maar gelukkig hervond hij snel zijn balans weer en volgde de keien richting de overkant. Verderop stonden stijf bevroren graspollen, de sprieten fier omhoog gestoken als een soort ijssculptuur kerstster. Vanuit een kleine bron spoot het water in een sierlijke boog over de weg. De weg werd nog smaller, de rotsen hingen steeds meer over. Het wegdek werd steeds ruwer en van een horizontaal oppervlak was al geruime tijd geen sprake meer. We voelden de bovenkant regelmatig overhellen. Zolang dit naar de bergkant was maakte wij ons hooguit zorgen over een aantal extra krassen in de lak, over het gevolg van overhangen naar het ravijn durfden we niet goed na te denken maar ons kloppende hart verraadde genoeg.
Het zag er onschuldig uit die zanderige rivierbedding over de steile bergweg maar we kregen er een behoorlijke kluif aan. Van los liggende keien bouwden we een nieuwe bestrating maar zodra de wielen de keien raakten schoven ze opzij en groeven de banden zich in het zand. Vooral de grote stenen gleden gemakkelijk weg, al snel begrepen we dat het beter was om een degelijk pad van kleinere keien te maken. Het harde werken in het mulle zand op een hoogte van 4200mtr na een slechte nacht viel ons zwaar. Buiten adem ploegden wij voort en na ruim een uur sloten vier Franse toeristen zich bij ons aan. Het keienpad was gereed, de zandplaten lagen klaar, tijd voor een volgende poging. Plotseling brak de achterkant van de auto uit richting het ravijn, het zand gleed de diepte in. Behoorlijk geschrokken maar toch vastbesloten om door te gaan bouwden we opnieuw een weg. Na vele pogingen waarop de auto steeds meer weggleed naar de rand van het honderden meters diepe dal slaagden Ray er uiteindelijk in om het zand te overwinnen. Opgelucht haalden we adem, ons hart klopte in onze keel en nadat we de zandplaten weer aan de zijkant van de auto geplaatst hadden vervolgden wij de route, in afwachting van wat er verder nog op ons pad zou komen. Een prachtig uitzicht maar de weg werd er niet beter op. De gaten werden dieper, de rotsblokken groter en de weg smaller.
Nog 45km te gaan tot aan de volgende splitsing. Al zeker 30km hadden we geen andere route gezien door dit dorre en afgelegen landschap. De weg leek al langere tijd niet gebruikt te zijn. De Fransen hadden ons gezien en uit nieuwsgierigheid waren ze ons gevolgd, ook zij hadden geen idee wat hun te wachten stond. Op nog geen 5km vanaf de zandberg ontpopte zich een volgend probleem. De weg was simpelweg in tweeën gereten. Een diepe kloof van zeker een meter diep liep door het wegdek. Het resterend weggedeelte bood ruimte aan slechts 3/4 van de autobreedte. Hoewel het beginstuk van de kloof misschien wel net breed genoeg was vormde deze verderop een probleem: de kloof werd smaller en vertrok daarna richting het dal. Vanaf daar was er absoluut geen mogelijkheid meer om het resterende wegdek weer op te klimmen wat zich ongeveer 2mtr hoger bevond. Te voet vervolgden we de route, het wegdek versmalde zich nog meer tot ongeveer de helft van de oorspronkelijke breedte en even verderop gaapte het volgende diepe gat. Hoewel we graag doorgezet hadden bleek dit gewoonweg onmogelijk. Voorzichtig keerden wij de auto, iets wat na vele malen gevaarlijk steken lukte. Terug naar San Pedro de Atacama van waaruit wij een andere route zouden kiezen. Hoewel we een kleine teleurstelling voelden verheugden wij ons op een biertje op het zonnige terras, een etentje bij ons favoriete restaurantje en een knuffel met die lieve kat op de campsite.
Foto album Chili El Tatio:
Wij gaan door naar de Chileense Atacama woestijn….