2 – 6 juni 2013
We vervolgden onze weg naar Khartoum, de hoofdstad van Noord Sudan. De weg vanuit Karima was perfect, glad asfalt, het uitzicht vooral stoffig en warm. Moe, vies en bezweet kwamen we op de campsite in Khartoum aan. Wat was het heerlijk om eindelijk weer te kunnen douchen! De badkamer was niet al te schoon maar vergeleken bij de campsite in Cairo was dit prima, of begonnen we gewoon te wennen aan de Afrikaanse standaard en namen we inmiddels genoegen met een straal water en een gat in de grond?
Khartoum was wederom een grote stad, veel verkeer en verder niet echt interessant. We bezochten de souk, de grootste markt van de stad maar werden al snel weer verjaagd door de warmte. We besloten het bezoek aan de grote steden zoveel mogelijk te beperken.
Vanuit Khartoum reden we langs de Blauwe Nijl naar het zuiden richting Wad Madani. Een vrij dicht bevolkt gebied, de verschillende dorpjes regen zich aaneen. De Nijl kregen we nauwelijks te zien, echter wel het vele groen wat langs de oever groeide. Aan de andere kant hadden we het inmiddels vertrouwde zand uitzicht. Vanaf Wad Madani reden we verder naar het oosten richting El Gedaref. De omgeving veranderde in landbouwgebied. Grote stukken akkerland werden bebouwd. Hier zagen we geen kamelen meer maar grote groepen koeien. Dit gebied had een totaal andere uitstraling dan de rest van Sudan wat we gezien hadden.
Bij een controlepost werden we uitgenodigd voor de traditionele thee. Met handen en voeten en een paar Arabische woordjes hadden we weer een kletspraatje met de locals. Nederland werd wederom geprezen om haar melk wat iedereen in Sudan schijnt te kennen. Het gebaar van koeien melken hadden we inmiddels aardig onder de knie.
Het hoger gelegen gebied in het oosten gaf tevens wat verkoeling tot zo’n 35 graden, een welkome afwisseling na de grote hitte die we hadden doorstaan! We vonden een mooi afgelegen plekje voor de nacht.
Dinder National Park
Tegen de grens met Ethiopie ligt het Dinder National Park, dit wilden we graag bezoeken. We verlieten de hoofdweg en via een zandpad trokken we in de richting die onze GPS aangaf, er stonden nergens borden. Hoewel we het vele mensen langs de weg vroegen schenen er maar weinig te begrijpen waar we naar op zoek waren.
Vele verbaasde blikken keken onze kant op toen we langs de kleine gehuchtjes kwamen, ze waren duidelijk niet gewend om toeristen op deze route te zien maar ze vonden het allemaal fantastisch: we zwaaiden en werden wederom hartelijk begroet, typisch Sudanees! Het werd helemaal spectaculair toen we besloten om bij de lokale markt even te stoppen om nog wat inkopen te doen. Met volle aandacht werden we bekeken en hoewel we zelf de indruk hadden dat we inmiddels al best een bruin kleurtje hadden gekregen staarden ze naar onze witte huid en Wendys groene ogen. De slager legde zijn grote mes neer om ons hartelijk de hand te schudden, ook al waren zijn handen niet helemaal schoon. Toen we de fotocamera tevoorschijn haalden wilde vele kinderen dolgraag op de foto en vonden ze het prachtig om zichzelf op het schermpje van de camera te zien en al snel werden we omringd met een grote groep kinderen.
Helaas, het bleek niet mogelijk om het Dinder park te bezoeken zonder een speciale vergunning. We overlegden met de politie in hun kantoor, zittend op de rand van hun bed. Hoewel ze erg hun best deden om de vergunning te verzorgen lukte het niet, we moesten daarvoor naar de grotere stad, een lange weg terug. We besloten het erbij te laten en wederom zwaaiend en lachend naar de locale bevolking reden we terug naar de hoofdweg en namen daarmee afscheid van deze vriendelijke mensen.
Wat de bevolking betreft hebben we echt een fantastische tijd gehad in Sudan. De warmte was ons echter wat teveel. Tot 43 graden konden we redelijk aan en hoewel 50 graden maar 7 graden warmer is ervaarden wij dat als een enorm verschil. Ook het feit dat er nauwelijks wind stond maakte het voor moeilijker. Dit land is wat ons betreft echt een aanrader maar meer een winterbestemming!
Foto album:
Door naar Ethiopië….