23 – 26 mei 2013
We verlieten de ouders van Ray in El Quisier en vertrokken naar het zuiden. Eerder kwamen we al ijzererts en fosfaat mijnen tegen, nu kwamen we in het gebied van de goudmijnen. Hoewel veel Egyptenaren denken dat wij -de toeristen- de goudmijnen zijn, of minstens een wandelende pin automaat, waren ze hier serieus aan het zoeken naar klompjes goud.
We kwamen in het land van de Nubiers, de oorspronkelijke bewoners van de streek aan de Nijl. De mensen zien er duidelijk anders uit: de huidskleur is donkerder, ze hebben een ronder gezicht en een grotere glimlach dan de meeste Egyptenaren. We vonden een kampeerplekje bij Adam Home: een Nubisch Camp in Aswan.
Abu Simbel
We besloten eerst nog verder naar het zuiden te rijden, naar de tempels van Abu Simbel, vlakbij de Sudanese grens. Men verzekerde ons dat het niet veilig zou zijn om hier alleen naartoe te gaan, politie escorte was strikt noodzakelijk. Het waarom kon niemand ons vertellen maar deze weg schijnt als enige in Egypte als gevaarlijk te boek te staan. We mochten aansluiten bij een konvooi wat er drie uur over zou doen om bij de tempels aan te komen. Het werd al snel duidelijk dat wij dat niet gingen halen: de enorm hoge snelheden in de snikhitte vond ons autootje niet leuk…. het kostte hem alle moeite om het tempo bij te houden en de binnentemperatuur niet boven de 53 graden te laten stijgen. Op de terugweg waren we het konvooi al snel kwijt, het tempo werd verder opgevoerd omdat men voor het donker thuis wilde zijn, die hoop hadden wij allang opgegeven…
De twee zonnetempels van Ramses II in Abu Simbel waren echt prachtig! Ramses bouwde deze tempels om zichzelf en de Egyptische goden te eren. De Grote Tempel van Ra Harachte is versierd met vier gigantische standbeelden van 20 meter hoog van Ramses II bij de ingang, zeer indrukwekkend! Op de binnenmuren waren reliëfs te zien van expedities van de farao in Syrië en Nubië. De tempel was gewijd aan de goden Amun, Harakhty, Ptah en natuurlijk vooral aan de farao zelf, die werd gezien als een halfgod. De tempel was bedoeld om de macht van de farao uit te beelden en om rovers te weren. De farao wilde indruk maken op de bezoekers die vanuit het zuiden het land van de farao’s binnenvoeren. De kleinere tempel is de Tempel van Hathor. De ingang wordt versierd door zes gigantische standbeelden van Ramses en Nefertari, de vrouw van de farao. Tussen hen in zijn hun kinderen afgebeeld. Binnen in deze heilige tempel zagen we standbeeld van Hathor, afgebeeld als koe. Hathor was de vrouw van de Zonnegod Ra.
Philae – Isis tempel
Met een klein motorbootje werden we overgezet: van het vaste land naar een eilandje in de Nijl waarop de tempel lag. Een prachtige plek voor een bijzondere tempel die ons weer veel gave afbeeldingen uit de tijd van Ramses liet zien. Het tempelcomplex is gewijd aan de godin van de vruchtbaarheid: Isis. Het merendeel van de gebouwen is afkomstig uit de Romeinse tijd. Dit was een tijd waarin de godin Isis een enorme populariteit genoot, vele pelgrims met name uit het Middellandse-Zeegebied kwamen naar dit eiland. De bouw van de tempel was een van de laatste bolwerken van de Oude Egyptische religie. Toen de tempels in 550 na Chr. werden gesloten eindigde daarmee een periode van 4000 jaar met verering van de heidense goden.
Nubisch museum en Aswandam
Eerlijk is eerlijk, we gingen naar het museum omdat het met 50 graden gewoon te warm was buiten, we zochten een schuilplekje. Het bleek echter een prachtig museum te zijn en erg interessant om meer over de geschiedenis van de Nubiers te weten te komen die tot ca 3000 v Chr teruggaat. De bouw van de bekende Aswandam in de jaren 60 heeft een belangrijke rol gespeeld in de recente geschiedenis. De positieve kant van deze dam is dat de waterstand in de Nijl nu gecontroleerd wordt, en dat er voldoende water beschikbaar is van waaruit energie opgewekt kan worden. Echter voor de Nubiers pakte de bouw van deze dam minder gunstig uit. Hun lager gelegen grondgebieden kwamen voorgoed onder water te staan waardoor hele dorpen maar ook eeuwenoude historische gebouwen en tempels verloren zijn gegaan. Olv Unesco zijn de tempels van Abu Simbel en Philae naar hoger gelegen gebieden verplaatst maar het was te omvangrijk en te kostbaar om meerdere gebouwen in veiligheid te brengen. De Nubiers betreuren dit zeer want ze zijn trots op hun geschiedenis.
Aswan
De reden om Aswan te bezoeken was niet uitsluitend om dit mooie (maar snikhete) deel van Egypte te bezoeken maar ook om practische redenen. Van hieruit zouden we naar Sudan vertrekken. Beide grondgebieden liggen met enorm veel land tegen elkaar aan, slechts onderbroken door de Nijl die door beide landen stroomt. Naast de Nijl ligt een splikspinter nieuwe weg die beide landen verbind. Wat zou het toch gemakkelijk zijn als we deze weg konden nemen maar helaas… de bureaucratie liet het niet toe, we moesten via het water…. Vanaf Abu Simbel hadden we nog maar ca 100 km hoeven te rijden voordat we in Wadi Halfa (Sudan) zouden zijn maar het bleek niet mogelijk om aan de grens onze auto uit te voeren uit Egypte en de papieren van de juiste stempels te laten voorzien. In plaats van 5 uur over de weg moesten we 20 uur varen en dan kwamen de wachttijden er nog bij…. We werden door onze fixer langs allerlei vage kantoortjes in Aswan gestuurd voor wat stempels en betalingen. Het enige wat wij konden doen was afwachten, herinneringen aan de overtocht van Turkije naar Egypte kwamen weer boven. Er waren maar twee plekjes op de boot beschikbaar en de boot ging 1x per week. Gelukkig waren er niet veel overlanders op dat moment maar het was afwachten of het ging lukken…
Cultuurverschillen
Zoals gezegd was het ontzettend warm in dit gedeelte van het land, temperaturen van rond de 50 graden waren geen uitzondering. Waar we konden zochten we de schaduw op terwijl de vrouwen compleet in het zwart ingepakt voorbij liepen. Niets kregen we van ze te zien, zwarte sokken verborgen voeten en enkels, handschoenen en complete gezichtsbescherming voorkwamen dat we daar iets zouden zien, slechts een gaasje liet hun ogen vrij. In het restaurant zaten ze ver voorover gebogen om zo stiekum ieder hapje onder hun sluier door te schuiven. Gelukkig droegen niet alle dames deze strenge klederdracht maar wel een heleboel. Het was wel jammer dat wij uitsluitend contact met de mannen kregen, de vrouwen draaiden vaak hun hoofd weg als we groette, een gesprek zat er niet in. Waarschijnlijk hadden we niet alleen te maken met een cultuur barriere maar ook met een taalprobleem.
Binnen de Egyptische bevolking zijn er ook duidelijke cultuurverschillen. De bedoeienen proberen zoveel mogelijk te leven in harmonie met de natuur in de woestijngebieden. Wij ervaarden ze als zeer rustige mensen met weinig woorden maar trouw aan hun afspraken. De Nubiers in het zuiden leven aan de westelijke kant van de Nijl en zijn erg blij met hun plekje waar ze zorgen voor de landbouw en hun dieren. Ze maakten regelmatig een praatje en wilden ons graag helpen. De Egyptenaren wilden ons ook helpen maar meestal (op enkele uitzonderingen na…!!) ging het ze vooral om geld. Ze waren er erg goed in om een pruillipje te trekken als het niet ging zoals zij verwacht hadden en we ons niet weeeeer lieten afzetten hoewel dat vaak gebeurde. Vooral tanken bleek iedere keer weer een hele klus. Gelukkig vonden we wel steeds een benzinestation met Solar (diesel) maar we moesten iedere keer onderhandelen over de prijs en hoewel E 0,65 per liter niet veel geld is betekende dit wel 5x de normale prijs! Een overeenkomst tussen de verschillende bevolkingsgroepen was dat ze allemaal ontevreden waren over de huidige regering. Te pas en te onpas werd dit ter sprake gebracht en de regering kreeg werkelijk van alles de schuld als er iets niet klopte, ongeacht waardoor het kwam.
Hoewel we een leuke tijd in Egypte hebben gehad waren we inmiddels toe aan een nieuwe omgeving en andere mensen. We hadden een beetje genoeg van de dominante en schreeuwende Egyptenaren…
Foto album zuiden: