19 – 21 December 2014
Botswana uit verliep soepel en was dan ook snel geregeld. In Zimbabwe was er meer papierwerk en betalingen nodig om ons toe te laten. De visum-vrije periode lieten we helaas achter ons, vanaf nu moesten we weer betalen. Aangezien Zimbabwe geen eigen munteenheid (meer) had gold de Amerikaanse Dollar als betaalmiddel. Twee visa, de auto verzekering, carbon tax en dan nog eens de road tax, dat begon al goed.
Modder
Inmiddels onze 50ste grensoversteek en het 32ste nieuwe land op deze reis, een bijzonder moment! Niet langer over asfalt maar een modderpad met diepe plassen, een echte Afrikaanse ervaring. We vonden een picknickplekje achter wat boompjes op het open veld en genoten van het zonnetje en een feestelijk drankje om de 50ste oversteek te vieren. Echter niet voor lang, de donkere wolken kwamen gestadig onze kant op. Met een hoop gebulder werd het noodweer aangekondigd waarop de wolken hun watervoorraad in rap tempo over ons heen stortte. Felle bliksemschichten direct gevolgd door een enorme harde knal, de onweer sloeg net naast ons in. Het grasveld veranderde in een moeras met een snel stromende rivier vlak voor ons. De auto zakte tot zijn assen in de modder, de picknickplek veranderde in een overnachtingsplek.
Al vroeg in de ochtend voelden we de warme stralen van het zonnetje. De drassige bodem om ons heen begon op te drogen en tussen de waterplassen kwam het gras weer voorzichtig tevoorschijn. Wat eerst een vlak grasveld leek te zijn was schijn: wij stonden op het laagste punt, daar waar al het water naartoe stroomde. Om ons heen dus nog geen teken van opdroging, de modder staarde ons diep zwart en glibberig aan. Vol vertrouwen werd de motor gestart waarop de wielen een weg zochten in de zwarte prut. Niet vooruit, niet achteruit maar dieper in de modder, het profiel geheel afgevlakt waardoor de banden spekglad werden.
Er zat niets anders op dan de wielen uitgraven. De vieze plakkerige klei liet zich echter niet zomaar verwijderen en klampte zich aan alles vast. Met onze handen peuterden we de plakken klei van de schop af waarna een volgende schep weer resulteerde in een grote klomp aan de schop. Een slipper zonk weg in de modder, gevolgd door de tweede en voelde gelijk een paar kilo zwaarder aan. We kregen kramp in onze tenen van het vasthouden en omhoog trekken van de slippers. Uiteindelijk overwon de modder: Ray’s slipper scheurde door het gevecht en Wendy had het al eerder opgegeven en liep op ‘kale voeten’ door de modder te banjeren met talloze wondjes en ontstekingen tot gevolg.
Al eerder hadden de zandplaten uitkomst geboden in de modder dus schroefden we ze van de auto in de hoop dat de wielen daardoor meer grip zouden hebben als we de platen eronder schoven. Maar hoe kregen we ze er onder? Er vlak achter had geen zin, de wielen bleven spinnen en konden niet op de platen komen. De enorme flexibiliteit in de vering zorgde ervoor dat de auto omhoog ging, de krik wegzakte in de modder maar de wielen op hun plek bleven, stevig vastgehouden door de modder. Nog een klein stukje hoger proberen.. pats!! Met een dreun klapte de high jack krik tegen de deur, een fikse deuk tot gevolg. Klem tussen de zandplaat en de deurpost, vervaarlijk richting het raam wijzend. Een verkeerde beweging en het raam zou er aan gaan. Meer geluk dan wijsheid maar een tik met de hamer zorgde voor verlossing en het raam bleef gespaard.
Terwijl Ray verder bleef modderen banjerde Wendy gewapend met een flesje water door de klei naar de hoofdweg in de hoop dat er vandaag een auto zou passeren die ons zou kunnen helpen. Een stekelvarkentje keek wat vreemd op toen hij Wendy zag lopen maar vervolgde toen zijn pad. Diepe voetsporen van de hippo stonden in de modder, die was duidelijk niet ver weg. Al binnen een uur kwam er een auto aanrijden die stopte voor ’the crazy woman on the road’. Hoewel er even wat overredingskracht nodig was van Wendy’s kant waren Natalie en Ansgar bereid om ons te helpen. Eigenlijk begrepen ze het heel goed dat we van de weg af waren gegaan: als ‘ex-overlanders’ kenden ze de aantrekkingskracht van tracks. Een aantal jaren geleden waren zij van Namibië naar Duitsland gereden en hadden ook regelmatig de asfaltwegen ontweken.
Voorzichtig koersden ze hun Toyota richting de zwarte prut naar onze Lindy. Op veilige afstand hielden ze stil, we wilden tenslotte niet twee auto’s vastzetten in de black sticking soil mud. Sleepkabels aan elkaar geknoopt en trekken maar! Even leek het goed te gaan maar de zandplaat nestelde zich tussen de as en het wiel en was niet van plan om uit deze positie los te komen. Graven, trekken, sjorren, inmiddels was Ray omgetoverd tot een waar moddermannetje. Toen schoot de plaat los, Wendy glibberde bijna onderuit in de vieze prut. Zwarte rookwolken stegen op van de Toyota, dit was geen alledaagse klus. Toch slaagden de auto’s erin om elkaar te helpen en na een paar uurtjes hard zwoegen waren we bevrijd! Moe, vies maar voldaan klommen we in de auto om onze reis voort te zetten, Nathalie en Ansgar naar Botswana, wij verder Zimbabwe in.
Lang duurde onze rit echter niet, na zo’n 10km bereikten we een diepe modderplas en omdat we geen zin hadden om weer vast te zitten namen we de detour door het gras. Geen goede keuze: onder het gras bevond zich wederom een dikke laag kleverige klei. Vol enthousiasme greep de vieze prut de wielen vast en omarmden het rubber om niet meer los te laten. Ach nee, niet weer!! We herinnerden ons weer waarom we vroeger op school al niet van boetseren hielden, wroeten in die smerige bende. De zandplaten en schop werden weer tevoorschijn gehaald maar ook deze keer weer zonder succes. Er zat niets anders op dan wachten op een voorbijganger, hopelijk geen olifant.
Drie uren verstreken en toen kwamen onze volgende redders, twee douane beambten. Vol verbazing hielden ze stil, wij waren toch gisteren de grenspost al gepasseerd? Met het schaamrood op onze kaken vertelden we dat we al voor de tweede keer vast stonden in de modder. lachend werd de sleepkabel achter hun auto gehangen en werden we vlot getrokken. Dankbaar namen we afscheid van de Zimbabwanen.
Tuskers
Wat kan je soms blij zijn met een asfaltweg! Hoewel de weg vrij smal was en vol zat met hardrijdende vrachtwagens die graag de middenlijn als koers aanhielden was het een opluchting na ons modderavontuur. In Brazilië hadden we ervaring opgedaan in het rijden op dit soort wegen met veel vrachtverkeer, dat kwam nu goed van pas. De lucht werd donkerder, wind stak op en het duurde niet lang of een enorme regenbui kletterde naar beneden. Onweer en hagelstenen maakten het beeld compleet en het zicht verminderde sterk. Hier geen ‘zoab asfalt’, wel ‘zeer open’ maar weinig asfalt of beton, de gaten gevuld met diepe plassen. Enigszins uitgeput bereikten we de Tuskers campsite waar het vuurtje voor heet water opgestookt werd, wij waren hard toe aan een lekkere warme douche. Vanuit de waterpoel hielden de pumba en de impala ons in de gaten en onder het genot van het kikkerconcert vielen we in een diepe slaap.
Hwange National Park
Grote groepen apen begeleidden ons naar Hwange, een park met een lastige Shona naam wat uitgesproken wordt als Wankie. Het welkomsteam lag al op ons te wachten: maar liefst elf pained dogs aan de kant van de weg! Een klein stukje verderop waren er twee aan het stoeien maar ook die kwamen snel onze kant op toen we stopten om de prachtige dieren te bekijken. Van achter de struiken kwam nummer veertien vandaan. Hij had een gekleurde halsband om met een zender. Vermoedelijk maakte deze groep deel uit van het research project van het rehabilitation center for painted dogs. Twee kleinere dieren snuffelden wat in het gras en trokken verschrikt hun neus terug. De anderen kwamen kijken wat er aan de hand was en schrokken zodra ze dichtbij de leguaan kwamen. Nadat iedereen gesnuffeld had vertrok de troep dappere dodo’s het bos weer in.
Het bos vertoonde herfstachtige tinten, verschillende rood en bruin tinten wisselden het groen af. Een helder rode vogel dronk wat water bij een van de waterholes op de open vlaktes. Steenbokjes huppelden in het rond en een jonge kudu staarde ons aan. Of keek hij naar de steenbokjes aan de zijkant op de auto? De paden lagen vol met diepe plassen, voorzichtig kozen wij onze route, we hadden geen zin in een volgend modderavontuur. Hier zouden vermoedelijk alleen de olifanten ons vinden. In een poeltje lag een hippo te badderen en toen we beter keken zagen we nog een paar koppen boven komen. Vier logge beesten op nog geen twee vierkante meter, gezellig dicht tegen elkaar aan.
We zagen wat zwabberen, het was moeilijk vanuit de verte te onderscheiden maar dit moesten zebra’s zijn. Haast onvoorstelbaar hoe gemakkelijk deze dieren qua kleurschakering op konden gaan in hun omgeving ondanks het sterke zwart/wit contrast van hun vacht. In de verte leken de dieren neutraal bruin. Zenuwachtig huppelend renden de zwart/wit gevlekte kippen voor ons uit, hun blauw/rode kop heen en weer schuddend terwijl ze van rechts naar links dartelden als truttige dametjes. Wij noemden ze de handtassen deze guineafowls stresskippen.Verderop was de valken regio, verschillende bomen zaten vol met deze vogels. Een eenzame olifant struinde wat tussen de bosjes, de impala’s huppelden voorbij. Ondanks dat we het leuk vonden om deze dieren te zien waren we wat teleurgesteld in de hoeveelheid dieren die hier aanwezig waren. De regenperiode zal ongetwijfeld hierin een rol gespeeld hebben, de dieren verbleven verderop in het park, verder van de weg. Vreemd genoeg kwamen we meer olifanten buiten dan binnen het park tegen. Op de terugweg laveerden wij zelfs tussen de olifantenfamilies door.
Een oorverdovende brul, gevolgd door een jankende schare apen. Het geluid ging door merg en been. Op de weg lag een van hun vriendjes, net aangereden. Nog bloedend maar inmiddels overleden. Een huilend aapje trok aan zijn staart om hem van de weg af te sleuren maar zijn vriendje was te zwaar. Verslagen keken de meesten toe, verdoofd door de schrik en de emotie. Smekend vroeg het slepende aapje om hulp van de rest van de groep. De grootste aap waarschuwde hem om op te passen, er kwamen tenslotte nog meer auto’s aan. Jammerend strompelde het aapje naar de kant en ging onder de boom zitten, zijn handjes sloeg hij voor zijn ogen om zich te verstoppen voor hetgeen zojuist gebeurd was. Met tranen in onze ogen voelden wij de emotie van de apen diep van binnen, dit was een tragisch verlies voor deze groep.
Foto album Zimbabwe Hwange:
We blijven nog in Zimbabwe en rijden naar Mana Pools….