25 – 31 Januari 2015
Er verschenen steeds meer hobbels op de weg. Inmiddels waren we al aardig gewend aan de slechte wegen in Afrika en keken we er niet meer van op als we er 13 uur over deden om 200km af te leggen maar toen er ook hobbels op organisatorisch vlak verschenen moesten we wel weer even wennen.
Ethiopië
Hoewel Ethiopië en Sudan dankzij de Chinezen vrijwel geheel voorzien waren van splinter nieuwe strakke asfaltwegen lagen hier voor ons de eerste grote struikelblokken. Het bleek niet langer mogelijk om een Ethiopisch visum aan te vragen in de Keniaanse stad Nairobi of aan de grens. Het benodigde formulier was verkrijgbaar op het vliegveld in Addis Abeba maar dat was wat onhandig als je overland reist. Een andere optie was een aanvraag in het Nederland indienen maar nog buiten het feit dat wij dan zeker vier weken zonder paspoort zouden zitten vonden wij het risico van kwijtraken tijdens verzending te groot, wij bezaten tenslotte geen dubbel paspoort.
Sudan
Voor een visumaanvraag voor Sudan moesten we persoonlijk bij de ambassadeur in Den Haag op de thee. Op zich gezellig, wij hadden goede herinneringen aan de vele kopjes mierzoete thee met de Sudanese politie agenten maar Den Haag lag nu niet erg op de route tussen Ethiopië en Sudan. Eventueel zouden we ook bij de collega in Addis terecht kunnen maar die had een vrij drukke agenda dus daar zouden zomaar drie a vier weken overheen gaan. Vooraf een afspraak maken kon niet, het was een kwestie van wederom paspoort inleveren en afwachten.
Saoudi Arabie
Het plan was om vanaf Sudan over te steken naar het Midden Oosten. Hoewel het zou betekenen dat Wendy dan geheel in een zwarte chador, inclusief gezichtsbedekking, gehuld moest worden vormde dit ook wel weer een fascinerende uitdaging. Het zou een transit visum worden, voor meer dan drie dagen kregen wij sowieso geen toestemming dus het betekende dat we even door moesten racen om Saudi Arabia in dit tijdsbestek door te steken. Een persoonlijke aanvraag konden we doen bij de ambassadeur in Khartoum – Sudan. Het protocol vermeldde echter dat wij een trouwakte moesten overhandigen bij de aanvraag. Hoewel wij al bijna 27 jaar gelukkig samen zijn en over allerlei contracten beschikken was het trouwboekje iets wat ontbrak. Hiermee viel het plan om gezamenlijk door Saudi te reizen definitief in duigen.
Jordanië – Israel – Griekenland
Vanaf Saudi Arabia wilden we graag het prachtige Jordanië insteken, een visum zou eenvoudig verstrekt kunnen worden. Daarna stond Israel op de planning en hoewel dat vooral een heel gedoe voor de auto zou betekenen zagen we hier verder geen echte problemen. De grensoversteek konden we goed voorbereiden, de meeste bagage zat tenslotte al in boxen dus die konden zo door de scanner. De daktent moest helemaal leeg, het reservewiel en de zandplaten moesten van de auto geschroefd worden waarna de auto buiten ons zicht geïnspecteerd en mogelijk verder gestript zou worden. Daarna was het simpel: de ferry zou ons samen met de auto overzetten naar Griekenland, terug in Europa. Over land zouden we onze route vervolgen naar Nederland.
Route wijziging
Een fantastische route, echter vol uitdagingen, hobbels en kuilen. Risico’s, lange wachttijden en onzekerheden over de vervolg route lagen voor ons. Bovendien was de veiligheid in Noord Afrika en het Midden Oosten niet bepaald toegenomen in de afgelopen twee jaar. Hoewel wij een duidelijke teleurstelling voelden besloten wij de route drastisch om te gooien. Het betekende echter wel dat we de reis niet met z’n drieën af konden maken en het minder avontuurlijk zou eindigen dan we oorspronkelijk voor ogen hadden. Daar stond echter tegenover dat we nu de gelegenheid hadden om nog langer van ons geliefde Zuidelijk Afrika te genieten. Wij boekten onze terugvlucht vanuit Cape Town naar Amsterdam, de auto zou op een later tijdstip vertrekken.
Naar het zuiden
Wij besloten weer op pad te gaan: ‘Safari Njema = Goede reis!’
De weg voerde ons over een gravelpad verder het binnenland van Tanzania in. langs landbouwvelden waar de ene nog druk aan het ploegen was terwijl de ander al gezaaid had. Voorzichtig staken hier en daar wat groene plantjes hun koppie boven de bruine aarde uit. Hoewel het hier minder druk was dan in Malawi werd ook hier ieder stukje grond benut en bewoond of bebouwd. De rivier leek helemaal leeg te zijn maar na het graven van een kuiltje vond men toch nog wat grondwater, met kommetjes gemaakt van kalebassen schepte de vrouwen beetjes water over in een grote emmer. Na lang en geduldig scheppen was de emmer vol genoeg om de was te kunnen doen, de natte kledingstukken werden vervolgens over de struiken uitgespreid om te drogen.
Grote ronde rotsblokken kondigden een andere omgeving aan en een prachtige route door de bergen langs enorme cactus-, en mangobomen volgde. Het betrof duidelijk geen toeristische route, de bewoners keken ons met een wisselende houding aan. Sommigen wat geschrokken, anderen gewoon verbaasd. Voorzichtig werd er hier en daar terug gezwaaid maar echt uitbundig werd er niet op onze komst gereageerd. Jongetjes van 6 tot 9 jaar joegen snel de kudde koeien en geiten aan de kant waarna ze ons met grote ogen aanstaarden. Vier ossen waren voor een kar gespannen en sjokten over het zandpad. De kar lag vol boomstammen en dreigde te kantelen toen de menner de ossen plotseling de kant in stuurde om ons door te laten. We hielden wat kletspraatjes met agenten hoewel hun Engels niet veel meer betrof dan de vragen waar we vandaan kwamen en waar we naartoe gingen. Eentje vroeg nog naar onze gevarendriehoek en eerste hulp medicijnendoos maar geloofde het verder wel toen we zeiden dat die aanwezig waren.
Fietsers duwden hun zwaar beladen rijwielen de berg op. Sommigen droegen grote zakken houtskool met zich mee, anderen waren beladen met sprokkelhout maar ook keurig opgestapelde bakstenen en enorme speakers met generator zagen we achterop de bagagedragers liggen. Snel sprongen de fietsers de berm in als ze ons aan zagen komen, in de verwachting dat wij ze anders van hun sokken zouden rijden zoals ze gewend waren van de voorbij racende bussen. In plaats van afremmen leek het haast een sport van de buschauffeurs om op hoge snelheid langs schoolpleinen vol spelende kinderen te scheuren en andere weggebruikers van de weg te duwen. Aangezien de weg uit talloze gaten bestond en niet veel breder was dan 1,5 baan met steile greppels aan beide zijden was het iedere keer weer een uitdaging om de bussen en vrachtwagen uit de weg te gaan.
Een volgend gravelpad lag vol plassen en zag er drassig uit, het grasland aan beide kanten had meer weg van een moeras. Modderspatten vlogen ons om de oren, de auto kreeg een rood-bruine modder gloed. De onderkant werd door de plassen afgespoeld maar of het er echt schoner van werd betwijfelden wij.
We trokken verder het binnenland in en hoewel het volgens de kaart een hoofdweg noord-zuid betrof werd de weg zo mogelijk nog slechter. Plotseling stak een helder geel groene kameleon de weg over, even later gevolgd door een enorme grote harige rups. Bij de provinciegrens naar Rukwa werden we begroet door zes donkerbruine giraffen en een mooie zwarte Roan antilope. We begaven ons tussen de Ugalla River Game Reserve en Katavi National Park, de dieren waren dus even aan de wandel gegaan. ’s Ochtends werden we gewekt door het gegrom en geginnegap van de hippo’s in de rivier, een beter geluid dan het gepiep van een wekker. Al stoeiend zwommen ze achter elkaar aan waarbij het tempo aardig opgevoerd werd. Een grote krokodil schoot snel de kant op voordat de logge nijlpaarden over hem heen zouden zwemmen.
De route voerde dwars door Katavi maar behalve een hoop tsetse vliegen en wat impala’s kwamen wij hier helaas weinig dieren tegen. Omdat er aan de weg gewerkt werd was de helft bedekt met grote bergen rode zand en aarde. De berijdbare strook werd gehalveerd, duidelijk te smal voor de zwaarbeladen vrachtwagen met aanhanger: hij was naar de kant gegleden en kon niet meer voor of achteruit. Inmiddels stond er een file achter hem te wachten, voor de graafmachine zat er niets anders op dan een berg zand opzij schuiven waardoor het geheel weer wat doorstroomde. Ondertussen waren de jongens van de vrachtwagen ook aan het graven geslagen in de hoop de zware kar weer vlot te kunnen trekken.
Kipili
Na een paar dagen rijden door het binnenland waarbij we gebruik maakten van wild kampeerplekjes was het heerlijk om een frisse duik te nemen in het Tanganyika meer en een lekkere campsite te hebben bij Kipili. De eenden en kip scharrelden wat in en om de auto terwijl wij genoten van een mooie zonsondergang aan het strand.
Vanaf Kipili was het nog maar een klein stukje tot aan de grens met Zambia. Heel snel ging het echter niet want we kwamen in een begrafenisstoet terecht. Voorop reed een mooi gepoetste auto die begeleid werd door een kruisdrager. Een grote groep mensen volgde lopend. De vrouwen gekleed in extra kleurrijke gewaden, de kinderen in een bijpassende wikkeldoek op de rug, mannen in pantalon en keurig gestreken overhemd. Terwijl de stoet afboog richting de dorpskerk vervolgden wij het gravelpad tot aan het grenshek, ons afscheid van Tanzania.
Foto album Tanzania Kipili:
Wij steken door naar Zambia Noord….