1 – 2 Maart 2015
Lange tijd was het uitsluitend toegankelijk voor een select aantal tour operators, daarvoor was het zelfs geheel afgesloten voor publiek maar sinds een paar maanden was het westelijke gedeelte van Etosha ook opengesteld voor bezoekers aan het wildpark. Een kans die wij ons niet graag lieten ontnemen, ondanks het feit dat we al een aantal keren eerder in Etosha waren geweest. Maar in een park wat zo groot is als de helft van Nederland was er altijd wel iets nieuws te beleven en nieuwe paadjes te ontdekken.
Bij het eerste waterhole was het al een feest: kudu’s, zebra’s, spiesbokken, hartenbeesten, wrattenzwijnen en giraffen hadden zich verzameld en namen een verfrissend bad of dronken wat van het heldere water. Een paar jonge zebra’s stoeiden wat met elkaar en spetterden elkaar nat door flink in het water te stampen. Twee grote pumba’s streden om de eer om te mogen drinken maar geen van beide gaf graag in. Een duidelijk macho gedrag volgde waarbij eerst de ene en toen de ander een stapje terug deed. Het derde wrattenzwijn trok zich niets aan van het gedoe en lag lekker te rollen in de modder. Een spiesbok kwam stapje voor stapje dichterbij, het water zag er erg aantrekkelijk uit maar de drukte bij de poel weerhield hem, hij vond het doodeng. Toen hij eindelijk bij het water aangekomen was zakte hij met zijn dunne hoeven diep weg in de modder. Geërgerd trok hij zijn poten uit de zwarte prut, nam snel een paar slokjes water en vertrok toen weer in de richting van waar hij gekomen was.
Een jonge zebra huppelde op een springbokje af en joeg hem een paar meter verderop. Andere zebra kinds vonden dit wel een goede grap en binnen de kortste keren rende er verschillende zebra’s achter bokjes aan, cirkelend om het waterhole. De springbokken deden hun naam eer aan en met sierlijke sprongen probeerden ze de zwart wit gestreepten voor te blijven. Een giraf spreidde zijn voorpoten en boog zich voorover om te kunnen drinken, de enige manier om bij het water te komen ondanks de lange nek, de poten waren tenslotte nog langer. Een puber zebra balkte naar ons, deels uit stoerheid, deels uit angst want hij was helemaal niet zo dapper als hij zich gedroeg. Toen hij merkte dat wij absoluut geen kwaad in de zin hadden draaide hij zich om en sloot zich weer aan bij zijn vrienden.
Een aantal gnoes kwam een kijkje nemen, deze dieren waren veel donkerder dan de gnoes die we in Tanzania en Kenia hadden gezien, hier hadden ze een haast zwarte vacht. Ook bij de giraffen waren duidelijke kleurverschillen aanwezig, van beige gevlekt tot dieren met een donkerbruine vlekkenstructuur. Naast de gebruikelijke wit met zwart gestreepte zebra’s met witte poten liepen hier ook zwart-bruin-wit gestreepte dieren rond met gestreepte voorpoten. Dit waren de mountain zebra’s, met een iets lagere schofthoogte dan de common zebra. Waarschijnlijk betrof het een genetische afwijking maar een zebraatje paste duidelijk niet in de groepsverdeling. Hij was voornamelijk zwart met wat witte vlekken, zijn flanken hadden een donzige bruine vacht, een duidelijke uitzondering op de regel.
We zagen de poep al op het pad liggen, de kleur was nog helder geel en de structuur zag er sappig uit, de olifant was hier kortgeleden langsgekomen. De grote voetstappen in het zand verklapte welke kant hij op was gewandeld, al speurend volgden wij het spoor. Bij een ondiepe plas troffen wij hem aan, voorbereidingen treffend om een lekker bad te nemen. Hij stampte wat rond, sproeide ter verkoeling zand over zijn rug, gevolgd door een plens water. Met een hoofdschuddend gebaar sjokte hij het water in waarbij hij zijn slurf door het water slingerde. Hij boog zijn knieën, liet zijn kop nog verder voorover zakken en duikelde zo het water in. Alleen zijn billen waren nog zichtbaar aan de oppervlakte, het staartje kwispelde van plezier. Heen en weer rollend genoot hij zichtbaar van zijn verfrissende bad. Even klapperde hij met zijn oren toen hij ons in het oog kreeg maar liet zijn goede stemming niet ontnemen en sjokte op zijn gemakje de poel weer uit richting het gele bloemenveld en de frisgroene struiken, het was inmiddels weer etenstijd geworden.
Verderop stond een groep van wel 60 olifanten bij elkaar. Er heerste duidelijk onrust in de groep. Stampvoetend, met de oren klapperend en trompetterend lieten ze van zich horen. Ze vochten om een plaatsje bij het water waarbij de kleintjes soms per ongeluk over het hoofd gezien werden waarop weer een hoop gemopper van de moeder en tantes volgde. Toen het tijd werd om te vertrekken werd de kleinste baby aangespoord om op te staan, ze had al die tijd tussen de poten van haar moeder gelegen. Was dit kleintje soms net geboren en verklaarde dat de onrust en bezorgdheid in de groep? De matriarch nam nog een laatste slok uit de drinkpoel terwijl een kleintje nog snel even een duik nam in het badderpoeltje. Daarna was het tijd voor de zebra’s om te drinken, zij maakten zich geen zorgen om de verdeling van bad en drinkwater, alles wat drinkbaar was werd opgeslurpt. Een rij zebra’s stelden zich op langs de waterkant waardoor een prachtig lijnenspel ontstond wat weerspiegelde in het water.
Bij de campsite in het park memoreerde men aan een tragische gebeurtenis, zo’n 30 jaar geleden waarbij 523 olifanten het leven lieten. Vanwege de oorlogen en onrusten in het noorden van het land, aan de grens met Angola zochten de olifanten een veilig onderkomen en trokken massaal naar Etosha. Ondanks het uitgestrekte gebied bleek al snel dat er niet voldoende voedsel voor alle dieren was terwijl de olifanten populatie zich bleef uitbreiden. Omdat dit het evenwicht in het park duidelijk in gevaar bracht werd er tot maatregelen besloten waarop ruim 500 olifanten omgebracht werden. Volgens een wel doordachte procedure waarbij zo min mogelijk lijden en trauma’s voor de olifanten zou ontstaan. Gehele familiegroepen werden het slachtoffer zodat er geen wezen overbleven. De dieren werden verdoofd en daarna getransporteerd naar de slachtruimte. Binnen 8 minuten na het doden werden alle ingewanden verwijderd en het dier gefileerd. Op deze manier was ieder deel gereed voor menselijke consumptie en werd er niets onnodig verspeeld. Hoewel het voor ons Europeanen wellicht wat vreemd in de oren klinkt om olifantsvlees te eten was dat in deze contreien heel gebruikelijk hoewel dat tegenwoordig niet vaak meer op het menu staat. Bij Olifantsrus is de metalen constructie nog zichtbaar waar de slachting plaatsvond, ter nagedachtenis aan deze dieren.
Een groepje jonge mannen paradeerden over het open veld terwijl ze lonkten naar de jonge dames verderop. Hun zwarte donzige veren streken ze nog extra glad om indruk te maken op de struisvogel meiden. Die trokken zich echter niets aan van de struise jongens, quasi nonchalant dartelden ze een andere kant uit.Kleine steenbokjes verstopten zich tussen het struikgewas en staarden ons aan met hun donkerbruine ogen. Tussen de struiken lag het karkas er verlaten bij. Slechts de kop en een deel van een poot was nog herkenbaar als zebra, de rest was helemaal kaal gegeten. Een aantal zebra’s keek op een afstandje sip toe, ze treurden om het verlies van hun familielid. Een groep gieren zat aan de rand van de waterpoel, ze hadden een zoute bek van al dat rauwe vlees. De leeuwen hadden hun prooi inmiddels verlaten en lagen een heel stuk verderop onder de boom uit te buiken, ver uit het zicht van de camera maar toch hadden we ze met het blote oog gespot.
Wij tuurden en gluurden verder in de bomen en onder de struiken naar beweging. Was het wel een dier, of weer een stronk of een rotsblok of zo’n verdraaide termietenheuvel in de kleur van een leeuw? Nee, deze keer bleek het echt een neushoorn te zijn! Even hief hij zijn kop op en konden wij zijn hoorn duidelijk herkennen, daarna plofte hij weer neer, ver van de camera af. Zijn neef was dapperder, hij bevond zich in de buurt van de weg en vlak voordat wij aankwamen verscheen hij vanuit de bosjes om snel de weg over te schieten. Bang en nieuwsgierig tegelijkertijd verstopte hij zich achter een struikje maar kon het niet nalaten om ons te begluren. Op het moment dat hij zijn kop ophief wisten wij het zeker: dit was een zeldzame zwarte rhino. Die hadden we nog niet zo vaak gezien en zeker niet van zo dichtbij. Zijn spitse snuit was duidelijk zichtbaar. In tegenstelling tot wat de benaming doet vermoeden is de witte rhino niet wit en de zwarte niet zwart maar hebben ze dezelfde grijze kleur. Het verschil zit hem in de snuit, bij de ene is die breed en wijd (wide) terwijl de ander een spitse snoet heeft. Het Engelse ‘wide’ is verbasterd tot ‘white’ waardoor de tegenstelling wit en zwart ontstaan is. De zwarte rhino eet voornamelijk blaadjes die hij van de takken peuzelt, de witte rhino’s zijn grazers en eten gras.
Het grote Etosha eindfeest werd bezocht door wel 22 giraffen, zeker 70 olifanten, een stuk of 40 zebra’s, 10 elanden, zeker 20 spiesbokken, ongeveer 10 hartenbeesten en een grote vogel. Parmantig kwam er nog een groep zebra’s richting het water, hun hakjes klikten op de harde rotsachtige ondergrond. Terwijl de kleinste olifantjes lekker aan het stoeien waren in het badwater zochten de elanden een plekje in de 3e poel, echter tegen de zin in van een puber olifant in. Met veel bravoure stormde hij op de elanden af en gebood ze een stap terug te doen. Wat timide deden de meesten wat hun gezegd werd maar het grootste dier liet zich niet zomaar wegjagen en begon te drinken. Stampvoetend maakte de olifant zijn standpunt nogmaals duidelijk maar tevergeefs, de eland dronk stug door waarop ook de anderen zich bij hem aansloten en ook een plekje voor de oryxen vrijmaakten. Verslagen droop de olifant af naar de andere drinkpoel waar het olifantenfeest nog in volle gang was. Na twee fantastische dagen in Etosha namen wij afscheid van het dierenfestijn, wederom dank voor de grappige en indrukwekkende ontmoetingen!
Foto album Namibië Olifantsrus:
Wij vertrekken richting Namibië Damaraland….