29 April – 2 Mei 2015
Wederom een bijzonder moment: deze grensoversteek betekende de betreding van een nieuw land, de 34ste op deze reis. Al direct vanaf het eerste moment dat we Lesotho binnenreden ervaarden we een prettige en speciale sfeer in dit land. Lesotho wordt door hoge bergen omsloten en wordt daarom ook wel het dak van Afrika genoemd. Het is het enige land ter wereld dat in zijn geheel boven de 1000 meter boven de zeespiegel ligt. Tradities in muziek, dans en rituelen zijn nog steeds in het dagelijks leven van de bewoners geworteld. In Lesotho is de koning de baas. Kleine huisjes waren tegen de bergwand aangebouwd. Wij deelden de weg met ossenkarren en talloze geiten en schapen. Veelal hele jonge herders, gewikkeld in wollen dekens en voorzien van bivakmuts en wandelstaf begeleidden de dieren samen met een paar puppy’s. Verderop wandelden de dames, ook zij werden warm gehouden door een wollen deken, echter keurvoller dan die van de herders. Een parasol of hoed met brede rand beschermden hun gezicht tegen de zon.
In de stad was er zojuist een nieuwe eetplek geopend: het ‘Rastaurent’. De taxi’s,zowel personen auto’s als busjes verplaatsten zich in een slakkengang, iets wat we totaal niet gewend waren van taxi chauffeurs. Zouden ze hier misschien op de meter werken en probeerden ze zo extra tijd te rekken per ritje? Ook de vele werkzaamheden aan de weg deden ons rij tempo afnemen, voorzichtig laveerden wij tussen het werkverkeer door over allerlei verschillende stadia van wegopbouw. Hoewel de route niet geheel vrij was van potholes werden we toch verrast door de grote stukken asfalt die kort geleden aangelegd waren. Op onze kaarten stonden deze gedeelten nog als gravelwegen aangeduid. De GPS gaf ons echter aan de mooi geplaveide paden te verlaten en links af te slaan. Een grondpad vol gaten en diepe geulen lag voor ons. Nadat we zo een aantal kilometers gestuiterd hadden verscheen er een tegenligger, een toerauto. Verbaasd vroegen ze wat onze bestemming zou worden. Afkeurend schudden ze met hun hoofd, dit was absoluut de verkeerde route, dit 4×4 pad leidde naar niemandsland. Daarop volgden wij de gidsen en bereikten even later ons einddoel voor die dag, Kea Leboha-Thank you!
Semonkong
Het was inmiddels al donker, in het zwakke schijnsel van de maan zette wij de tent op op de kleine camping naast de rivier. We zochten daarna een warm plekje bij het haardvuur en lieten ons verwennen in het restaurant met heerlijke gerechten. De volgende ochtend werd het beter zichtbaar in welke mooi omgeving wij aan waren gekomen, gelegen in de vallei tussen indrukwekkend rotsen. We besloten de omgeving verder te verkennen en klommen tot wel 2700mtr hoogte om even later weer vrij snel af te dalen naar ongeveer 1600mtr. De remmen geurden tijdens de afdaling en vroegen om een stop wat ons de gelegenheid gaf om een paar foto’s te schieten. Het paard sjokte op zijn gemakje voort over de weg: hij had net zomin als de ruiter last van de hoogteverschillen. Wederom werden we vergezeld door schapen en geiten met een bijzonder krullende vacht. Niet alle herders droegen hier bivakmutsen, de meesten waren getooid met een sierlijke hoge hoed wat hen een tovenaarsuiterlijk gaf.
Wij namen een shortcut richting onze volgende plek. Niet dat deze route sneller was dan via de hoofdroute maar wel een stuk spannender. Het avontuur kwam ons al snel tegemoet: al klauterend door de diepe geulen waarbij we scherpe rotspunten en grote keien probeerden te ontwijken zochten we naar het pad. We doorkruisten kleine dorpjes en passeerden boeren die op de akkers aan het werk waren. Naast graan verbouwden ze mais en zonnebloemen, keurig gerangschikt op terrasplateau’s. Verderop glansde de groen gele heide. Als een zilveren ketting leek het riviertje van de berg af te kabbelen. Ter hoogte van het dorp stroomde het water, hogerop was het echter bedekt met een ijslaag wat schitterde in de zon. Voorzichtig doorwaadde wij de rivier om aan de overkant onze klimpartij over de rotsen weer voort te zetten.
Kinderen met een opvallend open blik en stralende ogen zwaaiden uitbundig en zodra wij even stilhielden somden ze hun engelse zinnetjes op. Uiteraard begonnen de meesten met hun meest populaire zin: ‘Give me some sweets!’Daarna gevolgd door: ‘Where are you going and what’s your name? Omdat de naam Wendy wel vaker voorkomt in Afrika reageerden ze met een herkenning, hun bijzondere namen konden wij echter met geen mogelijkheid onthouden maar ze klonken allemaal even mooi. Inmiddels hadden wij ruim 1,5 uur voortgeploeterd, het afgelegde aantal kilometers bedroeg echter niet meer dan 12. Hierna werd het pad iets vlakker en gemakkelijker begaanbaar waardoor we onze aandacht meer op de schitterende omgeving konden richten, vol steile rotsformaties en diepe kraters. Grote cactussen in een grijsblauwe tint werden afgewisseld met ruisende halmen in een roze met goudgele gloed. Al zwaaiend kwam een dame op de auto afgerend en al snel bleek de reden van haar komst: ze was op zoek naar een baan. Helaas konden wij haar dat niet bieden, als huishoudelijke hulp in Scheveningen was ze wel erg van haar familie af, dat was niet echt wat zij voor ogen had met haar vraag.
Malealea
Wij werden verwelkomd door het Basotho koor, haarzuiver klonken hun stemmen die in de Sesotho taal zongen over het leven in Lesotho Ze werden gevolgd door de Malealea band. Vol enthousiasme speelden ze op de zelfgemaakte instrumenten en maakten het geheel compleet met zang en dans.
Schommelend op de rug van de paarden genoten wij van de prachtige uitzichten en vergezichten. Schitterende kleuren in de rotspartijen, variërend van rood, geel wit naar bruin, zwart en zelfs turkooisblauw staken af tegen de helder blauwe hemel. Er hing een haast serene rust over het landschap. Diep in de kloof kabbelde een klein stroompje, veel water stond er echter niet in de rivier. De koeienbellen klingelden, ze waren al van verre te horen en klonken als muziek over de velden. Jonge herders hielden de dieren gezelschap en zwaaiden vriendelijk naar ons. De wind speelde een tweede stem en liet de witte maishalmen ritselen. Af en toe versnelden de paarden hun pas waarop wij ons angstvallig aan het zadel vasthielden. Toch was het een heerlijke ontspannen rit, de dieren kenden de route waardoor wij konden genieten van de schitterende omgeving.
Ha Liphapong
Wederom een prachtige route door de bergen. De kleine aluminium hutjes, compleet met schoorsteen, die dienst deden als buitentoilet glinsterden in de zon. De lemen rondavels met rieten daken waren mooi gedecoreerd, bij sommigen was zelf het riet op het dak uitgesneden in vormen. Wij kruisden de Quomoqomong rivier waar vrouwen de was deden en kinderen speelden. De traditionele Basotho dekens lagen te drogen op de struiken. In het dorp was blijkbaar een uitdeelactie geweest, opvallend veel kinderen droegen helder oranje t-shirts. Zo kregen wij toch een beetje Nederlands koningsfeest gevoel.
Kort daarna vierden wij ons eigen feestje: de mijlpaal van 100.000 km op onze reis teller!! 100.000km samen met onze IbeX door prachtige gebieden waarbij we soms spannende momenten meemaakten maar vooral veel genoten. Als cadeautje kreeg de auto twee nieuwe banden achter, later gevolgd door nieuwe remblokjes voor.
Net als alle voorgaande nachten was het koud in Lesotho, bij Ha Liphapong daalde de temperatuur zelfs onder het vriespunt, de daktent werd voorzien van een laagje ijs. Wij lieten ons niet kennen, we hadden immers heel wat ervaring in koude nachten opgedaan in Zuid Amerika dus kwamen we snel in die modes. Dikke deken, sokken en joggingbroek, het aluminium over het voeteneinde. Gelukkig hoefden de skipakken nog niet tevoorschijn gehaald te worden: -16C bereikten we niet. De Alpaca handschoenen uit Bolivia kwamen echter wel van pas.
Foto album Lesotho Malealea:
Wij toerden verder over de 4×4 tracks naar de Lesotho – Sani Pass….