11 – 14 December 2014
Al stuiterend over de wasboard weg reden wij naar Moremi. Plotseling staken zeven olifanten de gravelweg over, nog voordat we het park bereikt hadden. Ze renden snel over, ze waren het duidelijk gewend dat hier harder gereden werd dan in het park. Vele geknakte bomen toonden aan dat olifanten tuiniers onder leiding van de olifanten tuinarchitect hier aan het werk waren geweest.
Moremi National Park
Een kleine marter sjouwde een slang naar zijn schuilplaats, stevig hield hij de slang tussen zijn tandjes geklemd in zijn bek. Nietsvermoedend stapte een elegante giraf de weg op, vlak voor de auto, alle drie schrokken we even van de situatie. Een groep gnoes met vijf kleintjes scharrelden wat bij het moeras rond. Een eenzame olifant keek op een afstandje toe. Gekleurde vogels vlogen af en aan. In de poel spartelden een paar hippo’s rond, af en toe kwam er een snuit naar boven om een waterfontein te produceren. Of een staart werd naar boven gestoken waarna er een beigeachtige smurrie tussen de dikke billen vandaan omhoog werd gespoten. Een groep olifanten kwam een bad nemen in dezelfde poel maar bleef op gepaste afstand van de nijlpaarden. Terwijl het water bij de moederolifant maar tot halverwege haar poten kwam was het kleine olifantje tot zijn buik toe nat, zijn pootjes waren duidelijk nog een stuk korter dan die van zijn moeder.
Wij volgden de slingerpaadjes en stonden oog in oog met topi’s, gnoes en talloze impala’s. De kleintjes vonden het maar wat spannend om onze grote Ibex te zien maar werden gerustgesteld door de oudere dieren. Een groep bromvogels zat midden op het veld, het zwarte verenkleed en de rode krop staken duidelijk af tegen het helder groene gras. Hoewel de temperatuur niet boven de 35C kwam voelde het vandaag erg warm en benauwd aan, het gevolg van een vochtige moerasachtige omgeving waardoor de luchtvochtigheid hoog was.
Een groep van zeker zestig olifanten struinden langs het meer, witte vogels hielden ze gezelschap. Vol verbazing keken de kleine olifantjes naar een groep zwart bruine eenden die zich aan de waterkant ophield. Verderop verstopten de kudu’s zich achter de struiken. Net als de hartenbeesten waren het angstige dieren, ondanks hun indrukwekkende formaat en gewei. De hornbills vlogen een eindje met ons mee van boom naar boom. Eentje had een hele bijzondere zwarte snavel, die waren we nog niet eerder tegengekomen, de anderen hadden een gele of rode snavel. Onder de schaduwrijke boom hield de impala familie zich op. De twintig kinderen keurig gegroepeerd, alsof ze zich in de impala crèche bevonden. Twee ouderen hielden toezicht terwijl de kleintjes keurig in de houding zaten.
Even later hadden we weer een ontmoeting met een groep olifanten, in totaal kwamen we zeker twee honderd vijftig van deze grote grijze reuzen tegen. Geen wonder dat er hier en daar wat boompjes gesneuveld waren en de acacia’s er leeggeplukt uitzagen. De zebra’s maakten zich er niet echt druk om, rustig wandelden ze naar een plekje zonder olifanten. De zwart-wit gestreepte dieren zagen we vaak in gezelschap van buffels en gnoes of giraffen maar slechts zelden samen met olifanten.
Vermist
Wij maakten ons op om naar de Tsodilo Hills te gaan, in het uiterst noord-westen van Botswana. De bijzettent die we vanwege de regen opgezet hadden werd weer ingepakt en het wasgoed haalden we van de lijn. De daktent werd ingeklapt en het trapje in de auto geschoven. Als laatste sluitstuk de zwarte computertas die alles keurig op zijn plaats hield. Maar waar was de zwarte tas vol elektronica gebleven?! O jee, die had per ongeluk nog in de extra tent gestaan toen wij ons vermaakten in Moremi. Iemand anders had zich ondertussen over de tas ontfermd maar ‘vergat’ die weer terug te brengen. Naarstig dachten wij na wat zich er behalve opladers en kabeltjes in de tas had gezeten toen hij gestolen werd. Gelukkig lagen de computers in de afgesloten lade in de auto maar hoe zat het met de reserve bankpassen?! Er zat niets anders op dan de betreffende passen te blokkeren, iets wat met een paar telefoontjes naar Nederland gelukkig snel geregeld was.
Vervolgens een bezoek aan het politie bureau om aangifte te doen van de diefstal. Dat de agente niet erg veel zin had in haar taak begrepen wij ook wel. Tot drie keer toe moest hetzelfde verhaal overgeschreven worden op een ander blaadje, van carbonpapier of een kopieer apparaat hadden ze blijkbaar nog niet gehoord. Daarmee zouden wij de tas vast niet terug krijgen. Hoewel het vooral onhandig was dat we de juiste snoertjes misten viel het achteraf gelukkig mee, alles was vervangbaar maar hooguit lastiger verkrijgbaar in Afrika. Toen we eindelijk weer helder na konden denken vonden wij de -inmiddels geblokkeerde- bankpassen terug die al die tijd op een veilig plekje in de auto hadden gelegen.
Ngamiland
Een auto lag op zijn zij op het grondpad, vermoedelijk de macht over het stuur kwijtgeraakt. De weg lag bezaaid met glas en de auto had door de klap een iets andere vorm aangenomen. Het hele dorp liep uit, ongelooflijk hoeveel mensen er in die paar hutjes woonden.
Er was veel regen gevallen in dit gebied, de grasvelden waren omgetoverd tot een moerasgebied. De Okavanga delta spreidde zich uit over het land. Wij volgden het asfalt tussen de vele gaten en diepe kuilen en plassen door, ondertussen het overstekende vee op de weg ontwijkend. De cirkelende gieren verraadde het karkas van een koe langs de kant. Twee maribu’s en een adelaar peuzelden van het verse vlees. Rakelings schoot een aasgier langs de auto, bijna hadden landde hij op de voorruit.
Een ezelkar hobbelde op zijn gemakje over het grondpad, de honden renden mee terwijl de vrouw op de bok haar kindje de borst gaf. Een kind van een jaar of zes zwabberde met zijn benen over de rand van de kar. Naarmate we meer in de buitengebieden kwamen hoe meer kinderen ons enthousiast toezwaaiden, een enkeling vroeg om wat lekkers. Wij vonden een wildkampeerplekje in het veld, de roofvogel hield ons vanuit de boomtop in de gaten maar toen de zon plaats maakte voor de sterren werd het ook voor hem tijd om zijn ogen te sluiten voor de nacht.
Tsodilo Hills
In het vlakke landschap van de Kalahari rijzen de Tsodilo Hills 400 meter op als duidelijk herkenbare bakens in het weidse veld. De heuvels zijn vol van rotstekeningen. Dateringen wijzen uit dat minstens 30.000 jaar geleden groepjes San tussen de heuvels woonden. Tsodilo Hills is voor de San een heilige plaats – een plaats waar ze in contact stonden met hun voorouders en de sjamanen vanuit trance de tekeningen op rotsen schilderden. Sinds 2001 staan de heuvels met haar honderden tekeningen op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Vanuit de verte is goed te zien dat Tsodilo Hills eigenlijk bestaat uit een groep van 4 heuvels die in grootte verschillen. De grootste heuvel wordt de mannelijke heuvel genoemd, de andere heuvels zijn de vrouwelijke, kind en kleinkind. De mannelijke heuvel is met 400 meter het hoogst, gevolg door 300 meter van de vrouwelijke heuvel terwijl het kind slecht 40 meter hoog is. Het onderzoek naar de betekenis van de heuvels is nog in volle gang, maar het lijkt erop dat de vrouwelijke heuvel de belangrijkste heuvel was. Er zijn bijzonder veel tekeningen gevonden; de heuvel heeft bovendien een bron. Water in zo’n droog gebied is van levensbelang. De San geloven dat Tsodilo Hills de geesten van hun doden bevatten en dat de machtige goden in de grotten van de vrouwelijke heuvel leven.
De rotstekeningen
De tekeningen van Tsodilo Hills wijken af van rotstekeningen op andere plaatsen in Zuidelijk Afrika. Geometrische symbolen maken vaak deel uit van de tekeningen. Vermoed wordt dat deze symbolen door sjamanen gezien werden tijdens het eerste deel van hun trance. Later in de trance sessie zien ze juist figuren die half menselijk, half dier zijn. Tekeningen met vee zijn ook gevonden. Opmerkelijk tenslotte is het grote aantal grote dieren zoals elanden, giraffe, neushoorns, olifanten, leeuwen maar ook een walvis. In de verste verte is rond Tsodilo Hills geen leefklimaat voor een walvis aanwezig. De tekening laat zien dat de groepjes San niet alleen rond Tsodilo Hills woonden maar rondtrokken – waarschijnlijk zo ver als Swakopmund of Luderitz in Namibië.
Met een gids maakten wij een wandeling door deze prachtige omgeving. Een slangetje stak even zijn kop omhoog maar sliep weer verder toen hij zag dat wij weer doorliepen. We proefden een felrode vrucht en sabbelden aan de inhoud van de baobab vrucht.
Ontmoeting
Nog met onze gedachten bij de mooie rotstekeningen werden wij plotseling verrast door een overstekende moederolifant met twee kleintjes. Die hadden wij hier op het gravelpad tussen de hutjes absoluut niet verwacht! Ze bleken niet alleen te zijn, aan de andere kant stond een groep van acht olifanten op zo’n 100mtr afstand van ons, verscholen onder de bomen. We stopten om ze beter te kunnen bekijken maar daar was de stoere olifant niet van gediend. Wild klapperde hij met zijn oren en stak zijn slurf omhoog waarna hij het op een rennen zette onze kant op. Met de schrik in de knieën maakten wij dat we weg kwamen. Oef… dat was net op tijd.
Foto album Moremi en Tsodilo Hills:
Wij steken door naar de Caprivi strook in Namibië…