Brandberg Massief
Via een zeer afwisselende route, zowel qua omgeving als qua wegdek, zijn we naar de westkust gereden, naar Walvisbaai en Swakopmund. Wat was het hier koud: ca 20 graden, een heel verschil met de ruim 40 graden die we in de woestijn hadden gehad! In Walvisbaai vonden we een camping, echter totaal anders dan we nu gewend waren: hutje mutje zonder enige privacy. Aan de kust in de buurt van de zeehaven zagen we de eerste kwallen, flamingo's en pelikanen.

We zijn niet zo lang aan de westkust geweest maar weer doorgereden naar het noorden: richting Brandberg. Toen we de snelweg naar het binnenland namen veranderde de omgeving in een bizar landschap: het werd helemaal vlak, er leek geen horizon meer te zijn doordat de  kleuren van het zand overgingen in de lucht. De warmte uit de lucht steeg op en zo leken er gaten te ontstaan. Alsof je daar zo van de aardbol kan vallen! Ook de weg was volledig bedekt met zand maar toch was een snelheid van 100 km per uur toegestaan, naar onze mening iets te snel...
Na een lange weg uitsluitend rechtdoor met af en toe een klein wisselingetje in landschap kwamen we na ca 2,5 uur rechtdoor in Uis aan. Een klein plaatsje bij Brandberg. We hebben een heerlijke wandeling gemaakt en Piet (pi-et)  ontmoet die een Oude watertoren omgebouwd heeft tot woning, wat een prachtige plek met uitzicht!

De Brandberg is het hoogste bergmassief van Namibië. Dit vulkanisch massief dankt zijn naam aan het feit dat de ondergaande zon dit gebergte in vuur en vlam zet. De top, Königstein, is met 2573 meter de hoogste bergtop van Namibië. Een grote groep kleine baby apen was lekker aan het spelen terwijl de ouderen lagen te ontspannen in het zonnetje. Verderop zagen we een grote groep beesten van ca 40 cm groot, een soort marmotten die snel klimmen en klauteren. Er zat een mooie grote roofvogel vlakbij dus goed te bekijken. Hij bleef doodstil op zijn plekje zitten want hij had zojuist een eekhoorn gevangen en die wilde hij niet loslaten.

We hebben een leuk gesprek gehad met een gids, hij vertelde ons over zijn volk de Damara. Het volk, ook wel aangeduid als Bergdamara, woonde van oudsher in centraal en west Namibië. Aangenomen wordt dat de Damara's al in het gebied woonden voordat de Herero's in de 18e eeuw en de Nama's in de 19e eeuw arriveerden. De Damara's hebben hun oorsprong in Zambia of Zimbabwe en zijn verwant aan andere Bantu volken. Hun taal Nama/Damara behoort tot de Khoisan-talen. De gids liet ons de Damara taal lezen en uitspreken maar dat was voor ons niet te doen!

 

Woestijnolifanten
Via een mooie route zijn we weer verder naar het noorden gereden. Halverwege raakten we de weg kwijt (eerste keer in een week tijd: een goede score voor ons!). Via een soort offroad route wat eigenlijk wel heel leuk was kwamen we na ca 2 uur weer op de hoofdweg. Al met al was het toch een vrij lange auto dag geworden maar erg de moeite waard. Bij Aabadi Mountain Camp vlakbij Twijfelfontijn werden we hartelijk ontvangen door de Nederlandse eigenaren Jeroen en Tamara. De geruchten gingen dat er woestijnolifanten in de buurt van De Riet zouden zijn, die wilden wij wel graag ontmoeten dus gingen we met Jeroen de volgende ochtend vrowg op pad. We moesten goed zoeken, de tocht ging vooral in de droge rivierbedding. Vlak voordat we het zoeken na bijna 3 uur opgaven vonden we uiteindelijk negen wilde olifanten, ze stonden net om de hoek.
Een combinatie van jongeren en ouderen,wat gaaf!! Ze zagen  er ontspannen uit maar zeker de grootste en oudste (55jr) hield ons goed in de gaten. Wat een ervaring! Ook zagen we nog andere dieren die we  nog niet gezien hadden zoals een Bat-eared fox met vier kleine puppies, erg schattig. Ook zagen we een soort hertje die we nog niet eerder gezien hadden. Verder weer veel vogels, struisvogels en sierlijke springbokken in de steeds wisselende en altijd mooie omgeving.
Tijdens deze rit kwamen we ook een zeer zeldzame plant tegen: Welwitschia mirabilis. De plant komt voor in de kuststreken van Angola en Namibië. De plant heeft slechts twee bladeren en groeit zeer langzaam. Beide bladeren zitten aan een korte stam. In het gebied waar de plant groeit regent het maar weinig. De plant haalt haar water vooral uit ondergrondse waterbronnen en stromen en de condensatie van mist. Gemiddeld worden de planten zo'n 500 tot 600 jaar oud, maar het is bekend dat sommige exemplaren wel 2000 jaar oud zijn. Vanwege haar langzame groei en doordat veel oudere planten zijn weggehaald door verzamelaars is de plant uit sommige gebieden bijna verdwenen.